Opcirkelen in de bouw

Aanbesteden op basis van visie en strategie

Dit najaar publiceerde Cirkelstad het rapport “Opcirkelen in de bouw”. Het rapport, dat in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda door samenwerking en kennisdeling van negentien bedrijven en instituten tot stand is gekomen, wil aan opdrachtgevers handvatten bieden om bij aanbestedingen te sturen op duurzaamheid en circulariteit.

maandag 7 december 2020

Met de publicatie wil Cirkelstad een tastbare bijdrage leveren aan het opschalen van circulariteit in de bouw, waarbij de focus ligt op het inzetten van secundaire bouwmaterialen en een reductie van de uitstoot van uit broeikasgassen.

Cirkelstad is een samenwerkingsverband op stedelijke en regionaal niveau van bestuurlijke overheden, ondernemers en organisaties die willen bewerkstelligen dat de stad of de regio geen afvalstromen meer produceert, maar reststromen die in de keten worden teruggebracht. ‘Geen afval, geen uitval’, is het adagium van Cirkelstad. Het delen van kennis en ervaringen is een belangrijke methode om die doelstelling te bereiken.

Er worden vijf deelonderwerpen onder de loep genomen die van belang zijn om een aanbesteding te kunnen doen op basis van visie op en een strategie rond circulair bouwen. In willekeurige volgorde gaat het om:

  1. Inzicht in de toekomstige vraag naar bouwmaterialen en het dito secundaire aanbod daarvan (uit sloop van bestaande gebouwen).
  2. Inzicht in opwerktechnieken om secundaire materialen geschikt te maken voor nieuwe inzet.
  3. Een helder beeld van de kwaliteit die secundaire bouwmaterialen moeten hebben om te voldoen aan juridische voorwaarden.
  4. Om de circulaire inspanningen meetbaar te maken, zijn indicatoren (o.a. losmaakbaarheid) nodig om alternatieven te kunnen vergelijken op mate van circulariteit.
  5. Hoe kan de samenwerking in de keten beter gemaakt worden, zodat verdienmodellen zo veranderen dat dit voor alle partijen een winstgevend ondernemen oplevert.

Voor elk deelonderwerp wordt de stand van zaken doorgenomen, trekken de opstellers conclusies en geven ze aanbevelingen. Zo stellen de opstellers van het deelrapport Indicatoren voor circulariteit in de Bouw (Michiel van Kuppevelt van het RIVM en Pieter Stoutjesdijk van de TU Delft) dat circulair indicatoren belangrijk hulpmiddel vormen om circulaire transitie richting te geven, maar dat er nog geen concrete set indicatoren is ontwikkeld voor circulair renoveren en bouwen. Er zijn verschillende methoden ontwikkeld om circulariteit te bepalen, maar er is nog geen eenduidige methodiek.

Om in de huidige fase van de transitie “grof” te kunnen sturen op circulariteit, wijzen zij op de volgende indicatoren:

  • Massa% primaire grondstof; hoeveel en welke van de benodigde grondstoffen zijn van primaire oorsprong (‘virgin materials’). Sturen op minimalisatie.
  • Massa% secundaire grondstof; hoeveel en welke van de benodigde grondstoffen zijn van secundaire oorsprong (hergebruikt/gerecycled). Sturen op maximalisatie
  • Massa% naar stort; Hoeveel en welke materialen worden gestort tijdens het (renovatie)proces. Sturen op minimalisatie
  • Losmaakbaarheid van nieuw geplaatste onderdelen; Sturen op losmaakbaarheids-strategieën voor nieuw geplaatste onderdelen
  •  Aanwezigheid materiaalpaspoort; Vastleggen van de gebruikte materialen, inclusief eventuele zorgwekkende stoffen. Bijvoorbeeld via het format van CB’23

Daarnaast beschouwen de opstellers van het rapport de R-ladder als een geschikte methode om snel inzicht te krijgen in circulariteit.

Voor elk deelonderwerp is een deelrapport uitgebracht. De rapporten zijn te downloaden via de site van Cirkelstad.

Lees meer: