Europese platforms
Binnen Europa spelen zich op verschillende platforms discussies af over circulariteit, (de bepalingsmethoden van) de milieuprestaties van bouwwerken, (bouw)producten, gebouwinstallaties e.d. en de wijze waarop deze worden gedeclareerd. De discussies dragen bij tot het verkrijgen van uniformiteit in de bepalingsmethodes met betrekking tot de kenmerken van bouwwerken en de daarin verwerkte producten. De Lidstaten staat het vrij om hieraan grenswaarden te verbinden.
Er zijn drie dominante podia/platforms waar die discussie zich afspeelt:
- EU Circular Action Plan – voor een schoner en concurrerender Europa
- EU-project LEVEL(s) The European framework for sustainable buildings
- EU-communication ‘ Een renovatiegolf voor Europa – groenere gebouwen, meer banen, hogere levenskwaliteit’
Klik op de tabbladen voor meer informatie
1. EU Circular Action Plan – voor een schoner en concurrerender Europa
Het Actieplan bevat een reeks onderling samenhangende initiatieven om een sterk en coherent productbeleidskader tot stand te brengen waarmee duurzame producten, diensten en bedrijfsmodellen de norm worden en consumptiepatronen zodanig te veranderen dat afvalproductie al bij voorbaat wordt vermeden. Daarnaast wordt maatregelen genomen om afval te verminderen en ervoor te zorgen dat de EU beschikt over een goed functionerende markt voor secundaire grondstoffen van hoge kwaliteit.
De bouwsector is in het Actieplan als een prioritaire keten aangemerkt. Met het doel de materiaalefficiëntie te verhogen en de gevolgen voor het klimaat te beperken, zal de Commissie een nieuwe uitgebreide strategie voor een duurzame bebouwde omgeving lanceren. Deze strategie zal zorgen voor samenhang tussen de relevante beleidsterreinen zoals klimaat, energie-efficiëntie en efficiënt gebruik van hulpbronnen, beheer van bouw- en sloopafval, toegankelijkheid, digitalisering en vaardigheden. Meer specifiek wil de Commissie de circulariteitsbeginselen gedurende de levenscyclus van gebouwen bevorderen door:
het aanpakken van de duurzaamheidsprestaties van bouwproducten in het kader van de herziening van de Verordening bouwproducten. In dit geval betekent het een invulling van BWR 7. En daar binnen een mogelijke invoering van een minimum percentage gerecycleerd materiaal voor bepaalde bouwproducten
bevordering van toepassing van de beginselen van de circulaire economie voor het ontwerp van gebouwen en de ontwikkeling van digitale logboeken voor gebouwen
gebruik te maken van het EU-project LEVEL(s) The European framework for sustainable buildings. Vooral t.b.v. duurzaam inkopen van gebouwen en GWW-werken
o het overwegen van een herziening van de in de EU-wetgeving vastgestelde streefcijfers voor de terugwinning van bouw- en sloopafval en de materiaalspecifieke fracties ervan
bevordering van initiatieven om bodemafdekking te beperken, verlaten of verontreinigde oude industrieterreinen te herstellen en een veilig, duurzaam en circulair gebruik van afgegraven bodems te doen toenemen
Bovendien zullen bij de uitvoering van het in de European Green Deal genoemde “Renovation Wave”, dat aanzienlijke verbeteringen van de energie-efficiëntie in de EU tot stand moet brengen, de beginselen van de circulaire economie worden toegepast, en met name optimalisering van prestaties tijdens de levenscyclus en een langere levensverwachting van de bouwactiva.
2. EU-project LEVEL(s) The European framework for sustainable buildings
Sinds 2015 heeft het JRC (Joint Research Centre) gewerkt aan het opstellen van een raamwerk van kernindicatoren voor duurzaamheid in de bouw. Het onderzoek van JRC interfereert met de Mededeling van de Europese Commissie ‘Hulpbronnen-efficiëntie in de bouwsector’ d.d. 1 juli 2014, waarin de twee hoofdsporen zijn genoemd:
Naar een gemeenschappelijke aanpak voor de beoordeling van de milieuprestatie van gebouwen en producten
Naar een beter functioneren van een markt voor de gerecyclede materialen
De studie heeft geleid tot de lancering van een vrijwillig rapportagekader om de duurzaamheid van gebouwen te verbeteren. Het kader is zodanig ontworpen dat iedere indicator is te koppelen aan prioriteiten voor duurzaamheid op Europees niveau.
Het framework geeft indicatoren op het niveau van het gebouw De materialen en installaties die in beschouwing moeten worden genomen volgen de beschrijving in de EN 15978. Dit heeft grote gelijkenis voor de materiele inhoud van de bepalingsmethode milieuprestatie bouwwerken, waarin de methodische eisen voor de bepaling van (bouw)producten, installaties en processen zijn gegeven.
E.e.a. overeenkomstig de zienswijze uit het Bouwbesluit 2012 waarbij installaties onderdeel uitmaken van het bouwwerk en expliciet in de definitie van ‘installatie’ tot uitdrukking komt: voor het functioneren van een bouwwerk of een gedeelte daarvan noodzakelijke voorziening van niet-bouwkundige aard”.
Voor dit dossier zijn belangrijke indicatoren ‘Greenhouse gas emissions along a buildings life cycle’ en ‘Resource efficient and circular material life cycles’.
In de
is met een tabel de relatie gelegd tussen de kernmethode en kernindicatoren van LEVEL(s).
De tabel laat voor t.a.v. de milieudruk zien welke onderwerpen het Level(s) framework omvat.
3. EU-communication ‘’ Een renovatiegolf voor Europa – groenere gebouwen, meer banen, hogere levenskwaliteit’
In de communication geeft de Europese Commissie aan dat Europa zich dringend moet concentreren op volgende kernbeginselen:
Energie-efficiëntie eerst
Betaalbaarheid
Decarbonisatie en integratie van hernieuwbare energiebronnen
Levenscyclusbenadering en circulariteit
Strenge gezondheids- en milieunormen
De dubbele uitdaging van de groene en de digitale transitie samen aanpakken
Respect voor esthetische en architecturale kwaliteit
De Commissie bevordert de ecologische duurzaamheid van bouwoplossingen en -materialen, zoals hout en biogebaseerde materialen, natuurgebaseerde oplossingen en gerecycleerde materialen op basis van een alomvattende levenscyclusbeoordeling. En zal:
de duurzaamheidsprestaties van bouwproducten aanpakken in het kader van de herziening van de Verordening bouwproducten [fundamentele eis BWR 7] en zal tegen 2023 een routekaart opstellen om tot 2050 de koolstofemissies gedurende de hele levenscyclus in gebouwen te verminderen
de samenwerking met normalisatieorganisaties op het gebied van klimaatbestendigheidsnormen voor gebouwen versnellen
tegen eind 2024 de in de EU-wetgeving vastgestelde streefcijfers voor de terugwinning van bouw- en sloopafval herzien
maatregelen nemen om de platforms voor hergebruik en recycling uit te breiden en een goed functionerende interne markt voor secundaire grondstoffen te ondersteunen