MRPI®/EPD-certificaat en NMD, een gesprek met MRPI-adviseur Jan-Pieter den Hollander

Het MRPI®/EPD-certificaat kan als input dienen voor de Nationale Milieu Database. Reden genoeg om aan Jan-Pieter den Hollander te vragen wat een MRPI®/EPD-certificaat inhoudt. Jan-Pieter voert het secretariaat van Stichting MRPI. Dat houdt in dat hij de aanvragen van MRPI®-certificaten behandelt en het systeem en de procedures van de MRPI bewaakt.

 

maandag 22 juli 2019

Wat is het specifieke aan een MRPI®/EPD certificaat?

Het MRPI®/EPD-certificaat wordt uitgegeven door Stichting Milieu Relevante Product Informatie. Het certificaat wordt uitgegeven om het milieuprofiel van een bouwmateriaal, een bouwproduct of een bouwelement vast te leggen en is gebaseerd op een LCA-onderzoek. Met het overleggen van een MRPI-certificaat leveren fabrikanten en leveranciers een onderbouwde analyse van de milieuprestatie van hun bouwmateriaal, bouwproduct of bouwelement aan. De MRPI®/EPD-certificaat is eigenlijk geen specifiek EPD-certificaat. Een EPD staat voor Enviromental Product Declaration en is in feite de Engelse vertaling van de Milieu Relevante Product Informatie. In Nederland is MRPI al in 1999 opgericht door de NVTB met als doel het betrouwbaar communiceren van milieu informatie over bouwproducten. Later heeft dat idee in vele Europese landen navolging gekregen. Op het ogenblik bestaan in vele Europese landen gelijksoortige organisaties als MRPI die een EPD uitgegeven. In aanleg zijn ze op de eigen bouwmarkt en bouwsystematiek gericht maar de basis is de standaard EN 15804. We stemmen nu via het Europese orgaan Ecoplatform de EPD’s op elkaar af. MRPI is juist voorstander van het ontwikkelen van EPD’s die onderling uitwisselbaar zijn en overal van toepassing zijn. Het leuke is dat het MRPI-systeem niet alleen navolging in Europa heeft gekregen. Ik zie het systeem nu ook in Amerika en in India. MRPI wordt dus over de wereld uitgerold en er zijn inmiddels rond de 6000 EPD’s uitgegeven. In Europa heeft de EPD al een organisatorische vorm gekregen middels Ecoplatform. MRPI geeft certificaten uit conform de Europese standaard EN15804. Dat zijn dus normale EPD’s die de bouwtoeleverende industrie gebruikt om de markt van informatie te voorzien over de milieu-eigenschappen van hun producten.

Met een MRPI-blad tonen bedrijven aan dat zij hun duurzame huishoudboekje gebruiken en dat ze niet zomaar wat opschrijven

Wat is de functie van de MRPI®/EPD-certificaat in het Nederlands milieulandschap? 

Het MRPI®/EPD-certificaat kan ook worden gebruikt als input voor de Nationale Milieu Database. Deze certificaten worden getoetst aan de regels van de Milieudatabase. Er kunnen kleine verschillen optreden ten gevolge van het verschil in toetsingsregels tussen die van de Milieudatabase en die van Ecoplatform, maar in de praktijk is de uitkomst gelijk. Een verschil is dat in Nederland specifieke milieuindicatoren worden gevraagd die extra op het certificaat worden opgenomen. Voor de Nederlandse markt is het van belang om in de Nationale Milieudatabase opgenomen te worden. Uiteindelijk vormen deze gegevens de basis van de berekening van de Milieu Prestatie Gebouwen. Maar het gaat niet alleen om de NMD. Bedrijven hebben nu eenmaal behoefte om hun milieu-informatie te communiceren. Maar ze willen niet dat gevoelige bedrijfsgegevens op straat komen te liggen. Ze willen wel aan de markt melden dat ze hun producten op duurzame wijze vervaardigen en dat ze dat hebben laten onderzoeken. Met een MRPI-blad tonen ze aan dat zij hun duurzame huishoudboekje gebruiken en dat ze niet zomaar wat opschrijven. Iedereen weet dat een MRPI®/EPD-certificaat op een LCA onderzoek is gebaseerd en door onafhankelijke deskundigen is bevestigd. In feite zorgt de MRPI ervoor dat de toeleverende industrie op een voor de afnemers betrouwbare wijze milieu-informatie kunnen communiceren aan de markt zonder hun bedrijfsgeheimen prijs te geven.

Wat is typisch Nederlands aan MRPI®/EPD-certificaat?

Typisch Nederlands is het vermelden van de Milieu Kosten Indicator op het certificaat. Ook anders dan de EN 15804, de Europese bepalingsmethode die opgesteld is om de milieuverklaringen van producten te normaliseren, is het vermelden van toxische indicatoren. Overigens zijn de verschillen tussen de Nederlandse bepalingsmethode en de EN 15804 de laatste jaren erg klein geworden. Ik verwacht dat de verschillen tussen de twee methoden geheel zullen verdwijnen.

Zijn er nog andere motieven voor de toeleverende industrie om een EPD op te stellen?

Een opdrachtgever van een onderzoek naar de milieuwaarde van zijn eigen product, kan hieruit veel leren. Het resultaat van het onderzoek geeft handvatten om het proces en product te optimaliseren. Zo geeft het onderzoek inzicht in het materiaalgebruik en het energiegebruik. Dat kan ertoe leiden dat je als fabrikant aan de gang gaat om het product op een andere manier samen te stellen of vorm te geven, waardoor er een besparing op het materiaalgebruik wordt bereikt. Het kan leiden tot een vereenvoudiging van het productieproces waardoor energie wordt bespaard. Dus naast het belang van de toeleverende industrie om milieu-informatie over het eigen product aan te leveren, kan het ook helpen bij het besparen van productiekosten en bij het verbeteren van de marktpositie. Maar nogmaals, dergelijke gegevens worden niet openbaar gemaakt. De markt krijgt enkel de milieuwaarden te zien die het eindresultaat van het LCA-onderzoek vormen.

Wat is de functie van de NMD ten opzichte van MRPI?

De MRPI is geen database en wordt puur gebruikt voor communicatie van milieuinformatie naar de klanten van de producent of branche. Wij krijgen wel eens vragen in die richting. Maar dat is niet ons werk. Ook in andere landen, zoals in Duitsland zijn die rollen gescheiden. Het opstellen van een complete database met de bedoeling de hele bouwproductie te bedienen, is minder eenvoudig dan het lijkt. Dat zie je met name terug in de categorie 3 producten. Het is prima dat de specifieke rol van database bij de NMD ligt en blijft.

 

Voor verder vragen: janpieter@mrpi.nl

Meer lezen: