Veelgestelde vragen over de Circulair bouwen
Staat uw vraag er niet bij? Stel hem via het formulier onderaan de pagina

Circulair Bouwen
Circulair bouwen is een vorm van duurzaam bouwen. Een gebouw is circulair als bij de bouw en het beheer de voorraden in een gesloten kringloop worden gehouden, zonder schadelijke emissies naar lucht, water en bodem. (GPR-software) Bouwmaterialen zijn circulair als ze gemaakt zijn van gerecyclede grondstoffen, herbruikbare onderdelen of het product zelf recyclebaar is).
De MKI/MPG als waarde van de milieuprestatie van bouwwerken geeft op zich geen indicatie over hoe circulair een product is. De MKI/MPG-waarde is een 1-puntscore van de milieuprestatie van een gebouw of GWW-werk. Deze wordt bepaald aan de hand van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken. Deze waarde geeft dus alleen een indicatie van het effect van de circulaire strategie op de milieuprestatie. De NMD onderzoekt op dit moment of het mogelijk is om aan de hand van een LCA-rapport ook circulariteit getalsmatig naast de MKI/MPG-waarde te kunnen uitdrukken.
De NMD neemt sinds 1 januari 2021 ook data over de onderliggende parameters op in een levenscyclusanalyserapport. Denk daarbij aan:
- materiaalstromen in kg (onder andere materiaal input, secundaire materiaal output, materiaal voor recycling, materiaal voor hergebruik);
- de hoeveelheid hernieuwbare energie die gebruikt is; en
- waterverbruik in de keten.
De NMD houdt nieuwe ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en is aangehaakt bij verschillende onderzoeken in de richting van de circulaire economie en het circulair bouwen.
Hergebruik wordt gewaardeerd aan de hand van verwerkingsscenario’s voor het einde van de (eerste) levensduur van bouwproducten. Er zijn binnen de Bepalingsmethode forfaitaire verwerkingsscenario’s einde leven die beschrijven hoe materialen na hun gebruiksfase regulier verwerkt worden als er geen aanvullende maatregelen worden genomen. In een beperkt aantal verwerkingsscenario’s, waar dit al gangbaar is, is een percentage hergebruik opgenomen. Een producent of branche kan, onder voorwaarden, een maatwerk verwerkingsscenario einde leven opstellen op basis van eigen data en/of inzamelingssysteem bijvoorbeeld.
Onvoorzien hergebruik verwijst naar producten die na hun eerste gebruiksfase (nu) opnieuw worden ingezet, maar waarbij geen expliciet hergebruikplan was opgesteld. Met deze functionaliteit faciliteert de NMD de praktijk met het kunnen rekenen met hergebruik nu. De rekenregel is uitgewerkt in een generieke factor voor hergebruik; hergebruikfactor H.
Bij onvoorzien hergebruik is de hergebruiksfactor H standaard vastgesteld op 0,2. Dit betekent dat de MKI wordt vermenigvuldigd met 0,2, toegepast op de volgende modules binnen de levenscyclus van het initiële bouwproduct: A1-A3; C3, C4 en D. Andere modules, A4, A5, B, C1 en C2 worden op gebruikelijke wijze berekend, ook een product uit hergebruik zal moeten worden getransporteerd, geïnstalleerd en einde leven weer worden gedemonteerd en verwerkt. De levensduur van het product wordt gelijkgesteld aan de referentielevensduur van het originele product. Voor de toepassing van onvoorzien hergebruik maak je gebruik van de bestaande milieuverklaringen in de NMD door te kiezen voor het meest representatieve beschikbare product.
Voorzien hergebruik is het geplande, doelbewuste hergebruik van bouwproducten of -materialen, waarbij rekening wordt gehouden met de kwaliteit van het product na de eerste gebruiksfase. Voorzien hergebruik wordt in de Bepalingsmethode uitgedrukt in een kwaliteitsfactor K. Deze factor weerspiegelt de resterende kwaliteit van een hergebruikt bouwproduct ten opzichte van de kwaliteit van het oorspronkelijke product.
De K-factor wordt gebruikt voor het berekenen van module D en wordt uitsluitend toegepast op nieuwe producten die specifiek zijn ontworpen voor toekomstig hergebruik en wordt vastgelegd in het LCA-dossier.
De kwaliteitsfactor K wordt uitgedrukt in een % tussen 1 en 100 en kan door de LCA-expert (en fabrikant) bepaald worden door:
1. Onderbouwing technische kwaliteit na eerste gebruik;
2. Verwachte restlevensduur van het 2e gebruik – of;
3. Marktwaarde van het product voor hergebruik in relatie tot de marktwaarde van het nieuwe product.
De bovengenoemde mogelijkheden staan in voorkeursvolgorde voor het bepalen van de kwaliteitsfacor K, die zich als volgt laat uitdrukken:
Milieu-impact module D = vew (%) x (mbD x K) + MID
Vew (%) = percentage hergebruik uit verwerkingsscenario einde leven
mbD = milieubaten buiten productsysteem
mID = milieulasten buiten productsysteem
K = kwaliteitsfactor K
Om hergebruik in de toekomst te stimuleren, is het van belang dat bouwproducten en bouwdelen losmaakbaar zijn. Losmaakbaarheid betekent dat producten en bouwdelen gedemonteerd kunnen worden zonder ingrijpend sloopwerk. Dit zorgt ervoor dat bouwproducten kunnen worden hergebruikt met minimale schade en daarmee een hogere K-factor
Om deze ontwerpstrategie te waarderen in de milieuprestatie is de mogelijkheid geboden om specifieke scenario’s einde leven te declareren, onder andere dus op basis van losmaakbaarheid. Dit biedt de mogelijkheid om in milieuprestatieberekeningen te werken met herbruikbare, modulaire en losmaakbare producten. De fabrikant kan hierbij verschillende scenario’s omschrijven op basis van de specifieke manier waarop het product gedemonteerd en hergebruikt kan gaan worden. In sectie 2.6.3.9. van de bepalingsmethode 1.2 wordt dit omschreven.
Staat uw vraag er niet bij? Stel hem via onderstaand formulier:
