Interview met het nieuwe bestuur en de nieuwe directeur
Per 1 januari van dit jaar wordt de NMD geleid door een nieuw bestuur en een nieuwe directeur. Jan-Willem Groot volgt Harry Nieman op in de functie van directeur van de NMD. De taak van de bestuurder Harm van den Oever is overgenomen door een uit drie personen bestaand bestuur: Paul ten Kroode (voorzitter), Fenna Pols (secretaris) en Jan Kets (penningmeester). Onze redacteur sprak met hen.
Een nieuwe directeur en een nieuw bestuur, wat betekent dat voor de NMD?
Paul ten Kroode: “In deze eerste dagen zijn wij bezig om het NMD-stelsel ons eigen te maken. Dat is niet gemakkelijk, want het is veel omvattend en ingewikkeld. De Bepalingsmethode is al complex en daarbij moet je ook grip krijgen op het speelveld en de belangen die erbij gemoeid zijn. Gaandeweg realiseer ik mij steeds meer hoe knap het is wat onze voorgangers hebben gedaan. Zij hebben deze trein in korte tijd op gang geholpen. Een woord van grote dank aan hun adres is zeker op zijn plaats. Het is nu onze taak om deze rijdende trein verder te brengen.”
Paul ten Kroode (geb. 1961) is zijn hele leven actief geweest in en om de bouw. Al in de jaren ’80 werkte hij als adviseur op het gebied van zonneboilers. Na zijn werk als innovatie-adviseur bij Syntens, verlegde hij zijn focus van techniek naar management. Bij Sweco was hij als divisiedirecteur regelmatig betrokken bij duurzame projecten en hield hij zich bezig met de transformatie van de eigen organisatie.
Jan Willem Groot: “Ik heb eerst kennis gemaakt met het team van de NMD en vervolgens zal ik mensen ontmoeten die direct betrokken zijn bij de NMD. Maar je kan niet iedereen tegelijkertijd ontmoeten. Daarom is de communicatie rond het NMD-stelsel zo belangrijk. We moeten verder bouwen aan het bekend maken van de NMD bij een breder publiek. “
Jan-Willem Groot (geb. 1970) is een leidinggevende manager met brede ervaring in zowel de publieke als de private sector. Als wethouder van Amstelveen kwam hij op zeer uiteenlopende wijze in aanraking met beleidsontwikkeling op het gebied van duurzaamheid en de uitvoering van daarvan. Ook in zijn latere werkzaamheden stond duurzaamheid centraal.
Hoe worden de taken verdeeld?
Jan Kets: “We willen een actief bestuur zijn. Het inhoudelijk-strategisch beleid zullen we in gezamenlijkheid ontwikkelen. Met gezamenlijkheid bedoel ik bestuur en directeur samen. Naar buiten toe is het de bedoeling dat Jan-Willem en Paul het boegbeeld van de NMD zijn. Fenna en ik werken dan iets meer op de achtergrond. Maar ook wij zullen ons actief bezig houden met het ontwikkelen van het beleid.”
Jan Kets (geb. 1964) begon op zijn 14e jaar als vakantiehulp in de bouw en volgde later een opleiding tot bedrijfskundig ingenieur. Jan Kets heeft in de bouw vele adviseurschappen, bestuurs- en directeursfuncties ingevuld. Zo is hij nog steeds bestuurslid van Bouwend Nederland en was hij tot dit jaar interim directeur van Stichting Bouwkwaliteit. In die laatste functie hield hij zich bezig met de verzelfstandiging van de NMD in de nieuwe structuur.
Wat zijn jullie plannen voor de NMD?
Fenna Pols: ” Wij willen door samenwerking met marktpartijen en overheid, de database die maakt dat de circulariteit van een bouwwerk meetbaar wordt gemaakt, verder ontwikkelen. Wij ontwikkelen en borgen een meetsysteem waarmee het mogelijk is om tot een objectief en onafhankelijk oordeel over de milieuperformance te komen. Uiteraard zijn wij daarin onafhankelijk en nemen daarbij zelf geen positie in. Kortom: we willen de zichtbaarheid en het gebruik van de NMD verbeteren. ”
Fenna Pols (geb. 1969) is opgegroeid in een familiebedrijf in de bouw en studeerde bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Zij is directeur-bestuurder van kenniscentrum Europa decentraal. Het kenniscentrum richt zich op het vergroten van de kennis en de expertise over Europees recht en beleid en de juiste toepassing ervan bij gemeenten, provincies en waterschappen. Eerder was zij voor de Europese Commissie een van de leden van het REFIT platform waarbij zij zich heeft ingezet voor ‘betere regelgeving’, onder leiding van eurocommissaris Frans Timmermans. Voor de nieuwe Europese Commissie is de Europese Green Deal een belangrijk speerpunt: de routekaart om de economie in de lidstaten van de Europese Unie te verduurzamen.
Bekijk hier de LinkedIn-pagina van Fenna Pols.
Jan-Willem Groot: “In het verlengde daarvan moeten we ook werken aan het transparant maken van de database door onder andere de onderliggende processen te laten zien en te duiden. Op dit moment wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een viewer. Dit betekent dat gegevens van veel productkaarten kunnen worden bekeken zonder dat daar speciale programma’s (rekeninstrumenten) voor nodig zijn. Daarbij willen we steeds betere data hebben en daarmee een katalysator voor bedrijven zijn om hun processen duurzamer te maken.”
Jan Kets: “De onpartijdigheid is van groot belang. Als er discussie is, zoals nu bijvoorbeeld over de CO2-opslag in hout, laten we dat onderzoeken. Dat doen we niet op stel en sprong. Maar als er reden toe is, dan willen we dat uitzoeken op een onpartijdige wijze.”
Paul ten Kroode: “Een van onze belangrijkste doelstellingen is het aantal categorie 1 kaarten substantieel uit te breiden. Het is zonde als je zo’n mooi instrument als de NMD hebt en het niet ten volle wordt benut. Met meer productkaarten in categorie 1 kan de milieuprestatie van een bouwwerk nauwkeuriger worden vastgesteld en heb je concrete handvatten om de milieuprestatie van een bouwwerk te verbeteren. Er ligt een enorme uitdaging om de bouw duurzaam en circulair te maken en we willen ons vanuit de NMD inzetten om daar een bijdrage aan te leveren”
Meer categorie 1 kaarten, hoe willen jullie dat bereiken?
Paul ten Kroode:“Je kan bijvoorbeeld kijken naar de componenten in een bouwwerk die een grote impact op de milieuprestatie hebben. De installatiebranche is een goed voorbeeld daarvan. Installaties hebben een grote impact op de MPG en de MKI-waarde, maar er zijn nog maar weinig categorie 1 kaarten door de installatiebranche ingebracht.”
Jan Kets: “We weten dat veel leveranciers en fabrikanten aanhikken tegen een LCA-onderzoek. Met name voor de kleinere leveranciers is dat lastig. We zijn met het ministerie van BZK in gesprek om een regeling op te zetten die hen daarbij ondersteunt. Dan gaat het om zowel een financiële ondersteuning als om inhoudelijke support.”
Jan-Willem Groot:“En verder kunnen we het gebruik van de NMD stimuleren in andere toepassingen dan de regelgeving. De NMD wordt nu ook gebruikt bij certificering van gebouwen, bij duurzaam inkopen en bij de fiscale regelingen MIA/VAMIL. Als ik terugkijk op mijn ervaringen in zowel de private als de publieke sector, weet ik dat er veel winst te behalen is als milieuprestatie een duidelijke plaats krijgt in de sustainable finance. Hoe meer duurzaamheid, hoe gunstiger de financiering. Ik wil bijvoorbeeld ook graag met de beleggingswereld daarover in gesprek gaan, met behoud van level playing field voor alle partijen. Uiteindelijk gaat het erom dat het NMD-stelsel algemeen wordt geaccepteerd en gebruikt als meetmethode voor circulair bouwen.”
Fenna Pols: “Circulair bouwen wordt bij inkoopprocessen steeds belangrijker. De overheid gebruikt in aanbestedingen circulair inkopen steeds vaker als een belangrijke beleidsprioriteit en stelt daarmee aanvullende eisen aan openbare aanbestedingen. Vanuit de NMD kunnen we meedenken over de manier waarop dergelijke eisen worden opgesteld. Maar het is niet alleen een kwestie van het indienen van een lijstje met eisen. We moeten ook in gesprek gaan met publieke organisaties die grote werken aanbesteden. We moeten mensen enthousiast maken en laten zien hoe circulair aanbesteden werkt. Zo heeft de Provincie Zeeland in een Europees project veel kennis opgedaan over circulair aanbesteden naar aanleiding van de sloop van een districtskantoor van Rijkswaterstaat in Terneuzen, waarbij een groot deel werd hergebruikt voor de bouw van een kliniek voor geestelijke gezondheidszorg. De Provincie heeft daarin een grote rol gespeeld en dat zijn mooie voorbeelden om te laten zien.
Waar staat de NMD in 2023?
Jan Kets: “Het is belangrijk dat het stelsel van de NMD er al staat. Vandaaruit moeten we in een aantal richtingen aan de slag. De belangrijkste drie zijn: het aantal categorie 1 kaarten uitbreiden, de dienstverlening voor de stakeholders verbeteren en, niet te vergeten, onze ICT-dienstverlening zodanig inrichtingen dat de data gebruikt kunnen worden in de digitale bouw. Concreet willen we het gebruik van de database inbedden in een bouwportal zodat het actief kan worden gebruikt in het ontwerpproces. Het is de bedoeling dat de NMD over drie jaar daarin stappen heeft gemaakt.”
Paul ten Kroode: “Jan-Willem en ik gaan de komende tijd in gesprek met allerlei partijen. De gesprekken voeren we niet alleen met directe stakeholders maar ook met de indirecte. Het systeem werkt goed. Natuurlijk kan het altijd beter en daar werken we ook aan. Maar de focus mag nu even verschoven worden naar het gebruik van het systeem. De NMD-database moet worden gevuld met meer productkaarten, natuurlijk wel met behoud van de kwaliteit.”
Lees ook: