Voorwaarden Vergoedingsregeling 2025 Witte Vlekken 4e ronde
versie 1.0
De Stichting NMD beheert de Nationale Milieudatabase (NMD), het platform voor producenten en leveranciers dat geverifieerde en controleerbare milieuprestaties (LCA’s) van bouwproducten biedt. Deze informatie wordt gebruikt in gevalideerde instrumenten voor het berekenen van de milieuprestatie van bouwwerken. De Stichting NMD stimuleert de industrie actief om product-specifieke, geverifieerde data aan te leveren voor opname in de NMD door middel van vergoedingen. Een van deze vergoedingen is bestemd voor "Nieuwe categorie 1 en categorie 2 milieuverklaringen ter opvulling van de witte vlekken in de NMD," ook wel de vergoedingsregeling Witte Vlekken genoemd.
Het hoofddoel van deze regeling is het vergroten van het aantal milieuverklaringen, met name in ondervertegenwoordigde of strategisch belangrijke gebieden. Dit moet de relevantie van het systeem vergroten, waardoor de toepassing van milieudata van bouwproducten een breder bereik krijgt.
De vergoedingsregeling Witte Vlekken is bedoeld voor fabrikanten, producenten, leveranciers en toeleveranciers van bouwproducten en brancheorganisaties die een LCA laten opstellen en de LCA-data in de vorm van een milieuverklaring publiceren in de NMD. Voor startups en kleine ondernemingen die extra steun nodig hebben om aan de regelgeving te voldoen gelden specifieke voorwaarden (zie voorwaarden onder B). Fabrikanten en producenten van innovatieve producten die bijdragen aan CO2-reductie in Nederland komen ook in aanmerking voor een vergoeding onder specifieke voorwaarden (Zie voorwaarden onder C). Fabrikanten en (toe)leveranciers met grote of complexe projecten die extra aandacht vereisen voordat de data gepubliceerd kunnen worden in de NMD en, producenten die vanwege nieuwe CPR-regels een LCA willen laten uitvoeren voor opname in de NMD
Deze regeling is uitsluitend bedoeld voor de eigenaar van de data. De aanvrager is de rechtspersoon die bij de Stichting NMD geregistreerd staat én jaarlijks van de Stichting NMD een factuur ontvangt voor de contributie. Zodra de aanvraag gedaan is, is het niet meer mogelijk om de naam van de aanvrager te wijzigen. Indien de Stichting NMD tot betaling van de vergoeding besluit zal de vergoeding aan de aanvrager worden uitgekeerd.
De Stichting NMD publiceert periodiek een lijst van witte vlekken, welke gebaseerd is op elementen, productgroepen of specifieke producten die strategisch belangrijk zijn voor een meer complete en kwalitatieve MPG-berekening. Met ingang van 1 januari 2025 komen de volgende producten en groepen in aanmerking voor een vergoeding:
- Producten op de prioriteitenlijst van de 'witte vlekken in de NMD'.
- Producten binnen de regeling Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB).
- Innovatieve producten die bijdragen aan CO2-reductie in Nederland.
De vergoedingsregeling Witte Vlekken in de NMD maakt deel uit van een meerjarig project. Zolang er budget beschikbaar is zal het budget verdeeld worden op basis van het principe ‘wie het eerst publiceert, het eerst maalt’. Zodra het beschikbare budget is uitgeput eindigt deze vergoedingsregeling.
Planning | Witte Vlekken 4e ronde |
Publicatie data | 1 januari 2025 tot 1 november 2025 |
Definitieve aanvraag | Bij invoer en publicatie data in NMD |
Besluit | Binnen 13 weken na publicatie in NMD én een volledige aanvraag door NMD is ontvangen |
Tabel 1
- De aanvrager is eigenaar van de te publiceren data. De aanvrager staat ingeschreven bij de Stichting NMD en ontvangt jaarlijks een factuur voor de te betalen contributie. Nadat de data zijn gepubliceerd is het niet meer mogelijk om de naam van de aanvrager te wijzigen. Eventuele vergoedingen zullen dan ook door de Stichting NMD aan de aanvrager worden uitbetaald.
- De aanvrager checkt of het product voorkomt op de Witte Vlekken lijst. Bekijk Witte Vlekken Lijst.
- De aanvrager publiceert uiterlijk 1 november 2025 de milieuverklaring in de NMD. De inhoud van de milieuverklaring moet nieuw zijn en mag niet eerder in de NMD zijn gepubliceerd. Indien mocht blijken dat de inhoud van de milieuverklaringen kopieën en/of klonen betreffen dan kan de aanvrager uitsluitend in aanmerking komen voor een vergoeding voor één milieuverklaring. Kopieën en/of klonen kunnen niet in aanmerking komen voor een vergoeding. Milieuverklaringen die gepubliceerd worden na 1 november 2025 zijn uitgesloten van deelname en kunnen niet in aanmerking komen voor een vergoeding op basis van deze regeling. Publicatie van de milieuverklaring vindt plaats op basis van de Bepalingsmethode van de NMD. De milieuverklaring moet getoetst worden volgens het toetsingsprotocol. Bekijk het toetsingsprotocol.
- Voor het publiceren van de data in de NMD volgt de aanvrager de procedure voor opname in de NMD. Bekijk de procedure.
- De aanvrager dient de volgende stappen te voltooien:
- Data-eigenaar gegevens zijn ingevuld bij het aanmelden van uw data in de NMD. Is dit nog niet gedaan, dan kunt u hier uw facturatiegegevens invullen: https://milieudatabase.nl/nl/milieudata-lca/mijn-product-in-de-nmd/aanmelden-data/#40
- Getekende de-minimisverklaring dient geüpload te worden in het aanvraagformulier.
- Vergoeding aanvragers startups, starters en kleine ondernemers, innovatieve producten en speciale projecten moeten naast bovenstaande gegevens ook het aanvraag document met korte samenvatting van het beoogde projecten sturen. Dit kan via het aanvraagformulier.
- Het maximum beschikbare budget voor deze vergoedingsregeling in 2025 is € 355.000,- exclusief BTW. Dit bedrag voorziet in de vergoeding van maximaal 322 milieuverklaringen van categorie 1 of categorie 2 verklaringen.
- Per aanvrager worden maximaal 25 milieuverklaringen vergoed van categorie 1 of categorie 2 verklaringen.
- De vergoeding is € 1.100,- exclusief BTW per milieuverklaring tot een maximum van € 27.500,- exclusief BTW per aanvrager.
- De Stichting NMD kent een aparte procedureregeling voor speciale projecten. Voor speciale projecten moet het bijvoorbeeld gaan om een grote dataset en/of een aangepaste invoerprocedure. Een aanvrager moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De aanvrager dient bij de Stichting NMD een voorstel in waarin staat beschreven waarom de aanvrager van mening is dat er sprake is van een speciaal project. In het voorstel wordt onder meer het doel en te verwachten output en outcome van het project beschreven.
- De maximale vergoeding per aanvrager bedraagt € 27.750,- exclusief BTW.
- De vergoeding wordt uitgekeerd als de data in de NMD zijn gepubliceerd én de data zijn goedgekeurd door de Stichting NMD.
- Mocht de situatie daartoe aanleiding geven dan kan de Stichting NMD in samenspraak met de aanvrager ervoor kiezen om aan de aanvrager een vergoeding toe te kennen die maximaal 40% bedraagt van de totale LCA-kosten tot een maximum van € 27.500,- exclusief BTW per aanvrager. De aanvrager is verplicht om een gespecificeerde factuur aan de Stichting NMD toe te sturen op basis waarvan de hoogte van voormelde vergoeding vastgesteld kan worden. Deze voorwaarde kan ook van toepassing zijn op speciale projecten.
- Aanvragers die eerder hebben deelgenomen aan de vergoedingsregeling Witte Vlekken mogen opnieuw deelnemen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Nieuwe milieuverklaring(en) wordt/worden gepubliceerd in de NMD;
- Het product voorkomt op de door de Stichting NMD gepubliceerde lijst;
- De aanvrager voldoet aan de staatssteunregeling zoals bedoeld onder de de-mininisverordening en
- er is op het moment van publicatie nog voldoende budget beschikbaar.
- Indien een aanvrager een (voor)aanmelding heeft gedaan in 2024 en uitstel heeft gekregen tot 1 november 2025 om de data te publiceren in de NMD behoudt de Stichting NMD zich het recht voor om een keuze te maken tussen het behandelen van de aanvraag onder de regeling 2024 ronde 3 of de regeling 2025 ronde 4.
- De aanvragen worden behandeld op volgorde van publicatie in de NMD. De datum van publicatie is de datum waarop de milieuverklaring is gepubliceerd in de NMD én de NMD een volledige aanvraag heeft ontvangen.
- Als een aanvrager onderdeel uitmaakt van een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden zoals bedoeld in artikel 2:24a Burgerlijk Wetboek (BW), artikel 2:24b BW en artikel 2:24c BW dan geldt het maximum van € 1.100,- exclusief BTW per milieuverklaring tot een maximum van € 27.500,- exclusief BTW voor de economische eenheid ongeacht welke rechtspersoon en/of vennootschap binnen de economische eenheid de aanvraag heeft ingediend.
- Voor zover het toekennen van de vergoeding aangemerkt kan worden als steunmaatregel, wordt de vergoeding verleend op basis van de-minimisverordening nr. 1407/2013 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU 2013 L352/1), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving en uitsluitend voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van die verordening. De aanvrager legt bij de indiening van het verzoek om een vergoeding, een de-minimisverklaring over met een opgave van alle andere ontvangen de-minimissteun in de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar. Het totale bedrag aan de-minimissteun dat per lidstaat aan één onderneming wordt verleend, ligt niet hoger dan € 200.000,- over een periode van drie belastingjaren. Wanneer de aanvrager banden onderhoudt met andere ondernemingen waardoor die ondernemingen gezamenlijk als één onderneming moeten worden beschouwd, heeft de de-minimisverklaring betrekking op de gehele onderneming.
- Nadat de milieuverklaringen zijn gepubliceerd in de NMD én een volledige aanvraag is ontvangen door de Stichting NMD zal de aanvraag beoordeeld worden. Indien de aanvraag onvolledig is, zal de aanvrager in de gelegenheid worden gesteld om de ontbrekende documenten alsnog aan te leveren binnen een door de Stichting NMD aangegeven termijn. Worden de ontbrekende documenten niet binnen de gestelde termijn aangeleverd dan zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen.
- Voor de inhoudelijke beoordeling kan de Stichting NMD experts inschakelen.
- Binnen 13 weken nadat een volledige aanvraag door de Stichting NMD is ontvangen wordt de aanvraag beoordeeld.
- Als de beoordeling is afgerond ontvangt de aanvrager een beoordelingsbrief. In deze brief staat aangegeven op welke wijze de vergoeding uitbetaald zal worden.
- Aanvragen uit ronde 3 2024 die in aanmerking zin gekomen voor verlenging zijn in de gelegenheid gesteld om deze data alsnog uiterlijk 1 november 2025 te publiceren. Indien de data niet op uiterlijk 1 november 2025 zijn gepubliceerd in de NMD zal de aanvraag niet verder in behandeling worden genomen. Op de aanvragen die zijn ingediend in 2024 is de regeling Witte Vlekken 2024 (3e ronde) van toepassing.
- De aanvrager is verplicht om gepubliceerde data in de NMD gedurende vijf jaar gepubliceerd te houden. Indien de aanvrager binnen een termijn van vijf jaar de gepubliceerde data op enigerlei wijze verwijdert uit de NMD behoudt de Stichting NMD zich het recht voor om de betaalde vergoeding terug te vorderen.
- Indien gedurende de periode na het betalen van de vergoeding, maar voor het verstrijken van de vijf jaarstermijn de aanvrager de gepubliceerde data verkoopt dan wel een wijziging wil aanbrengen in de gepubliceerde data is de aanvrager verplicht om contact op te nemen met de Stichting NMD.
Definities Biobased -materialen en bouwproducten
Biobased materialen (producten) zijn materialen (producten) die geheel of gedeeltelijk voortkomen uit biomassa, d.w.z. uit een materiaal van biologische oorsprong, waarbij materiaal ingebed in geologische formaties of gefossiliseerd materiaal wordt uitgesloten.
Biobased gehalte: Het Biobased gehalte in een bouwproduct kan worden bepaald met de EN 16640 of de EN 16785-1. Beide benaderingen (EN 16640 en EN 16785-1) zijn gebaseerd op hetzelfde grondbeginsel dat het 14C- gehalte kan worden beschouwd als een tracer van recent geproduceerde biobased producten. Er zijn echter verschillen in de manier waarop de hoeveelheid 14C in een monster wordt gebruikt voor het uitdrukken van de hoeveelheid biobased (koolstof). Daarom, wanneer informatie over biobased (koolstof) gehalte uitgewisseld wordt tussen bedrijven, of van bedrijf naar consument, is het cruciaal om duidelijk te maken wat deze verschillen zijn en op welke standaarden deze verklaringen zijn gebaseerd. Hierbij is de EN 16640 minder afhankelijk van het vochtgehalte van het product (water in hout bijv.) en daarom eenvoudiger te hanteren voor bouwproducten.
- EN 16640 – deel B en C Biobased koolstofgehalte
De hoeveelheid biobased koolstof (= organisch + anorganisch) uitgedrukt als fractie van de totale hoeveelheid koolstof in het monster.
De Europese norm EN 16640 specificeert de methode voor de bepaling van het biogebaseerde koolstofgehalte in bio gebaseerde producten met behulp van de 14C-methode.
- EN 16785-1 Biobased gehalte
De hoeveelheid biobased C, H, N, O uitgedrukt als een fractie van de totaalmassa van het monster. De toegepaste aanpak voor koolstof om het biobased gehalte te bepalen van een monster op basis van isotopenmetingen, kan niet worden gebruikt voor andere elementen, zoals zuurstof, stikstof of waterstof, omdat er geen "biogebaseerde marker"-isotopen is voor die elementen. Echter, op basis van chemische (reactie)formule en elementaire samenstelling van biobased en fossiele grondstof, is het mogelijk om het biobased gehalte te berekenen van een product waarbij rekening wordt gehouden met alle belangrijke elementen.
Deze benadering is gespecificeerd in EN 16785-1, die de hoeveelheid koolstof, zuurstof, waterstof en stikstof uit biomassa in de biobased content bepaald. De elementen zuurstof, waterstof en stikstof in het product wordt geacht afkomstig te zijn van biomassa indien het gebonden is aan koolstof die is verkregen uit biomassa. De methode omvat validatie van een verklaring van de fabrikant over de samenstelling van het product, gebaseerd op de evaluatie van de gecombineerde experimentele radiokoolstof- en elementaire analyseresultaten.
Biodiversiteit is een samentrekking van biologische diversiteit. Biodiversiteit is het aantal, de verscheidenheid en de veranderlijkheid van levende organismen. Hieronder valt ook de verscheidenheid binnen de soorten (genetische diversiteit), tussen de soorten (diversiteit soorten) en tussen ecosystemen onderling (diversiteit ecosystemen).
Circulair bouwen betekent het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Bouwen op een wijze die economisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier. Hier en daar, nu en later.
Duurzame winning (‘Hernieuwbare grondstof en materiaal voor de bouw’; Agrodome, april 2022): Biotische grondstoffen zijn in principe oneindig voorradig omdat deze steeds opnieuw aangroeien en dat binnen de menselijke tijdschaal. Dat wil zeggen, het biotische materiaal wordt geoogst en de planten of bomen kunnen op dezelfde plek weer opnieuw gaan groeien. Dit kan door natuurlijke processen (in de natuur aanwezig zaad, worteluitlopers) of door menselijk ingrijpen door zaaien, planten en beheer (bemesten, etc.) van gewassen.
NB: Kunstmatige voedingsstoffen en bestrijdingsmiddelen die worden toegepast zijn niet hernieuwbaar.
In geval van duurzaam beheerde bossen gaat het om ecosystemen die zichzelf in stand kunnen houden en waaruit regelmatig hout en andere producten geoogst kunnen worden, zonder de productie, kwantiteit en biodiversiteit aan te tasten. Hiermee is er in feite sprake van een onuitputtelijke bron.
Voor Biobased producten worden ter aanvulling de ‘Begripsbepalingen voor hernieuwbaarheid en biobased’ gehanteerd. Bekijk het hier.
In aanvulling op bovenstaande voorwaarden 1 tot en met 19 gelden voor biobased materialen en bouwproducten de volgende criteria:
A1. Aanvragen van biobased producten die gedaan zijn in 2024 vallen onder de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB). De NABB biedt een vergoeding van € 2.500,- exclusief BTW per LCA voor minimaal 70 biobased bouwproducten.
A2. Om de effectiviteit van de regeling te maximaliseren is het noodzakelijk dat de nieuwe milieuverklaringen ook daadwerkelijk invulling geven aan de witte vlekken en deze verkleinen. Ofwel de nieuwe milieuverklaringen dienen aan de volgende criteria te voldoen:
A3. Het product moet uit een duurzame winning komen en het biobased gehalte moet predominant aanwezig zijn. De uiteindelijke toekenning is gebaseerd op de Lijst van Ingrediënten zoals die in de LCA worden vermeld. De toetser kan deze vertrouwelijk inzien en zonder namen te noemen van de ingrediënten en receptuur kan in de EPD gerapporteerd worden over het biobased gehalte van het product.
a. Bouwmaterialen met de volgende biobased inhoud komen in aanmerking voor de regeling:
- Algen
- Bamboe
- Bio-asfalt
- Biobased-brandbescherming
- Biobased verf
- Bio-composiet
- Biofoampearls
- Biopolymeer
- boomhars
- Cellulose
- Composiet
- Grassen
- Haar
- Hennep
- Houtvezel
- Jute
- Kalkhennep
- Katoenvezels
- Kokos
- Kurk
- Lignine
- Lijm
- Lisdodde
- Miscanthus
- Mycelium
- Paardenbloem (rubber)
- olie en hars
- Riet
- Rijstvlies
- Sorghum
- Schapenwol
- Schelpen
- Stro
- Verf
- Vlas
- Wood-Plastic Composites
- Zaagsel
- Zeewier
- Zonnekroon
b. Overige natuurvezels en overige reststromen uit de land-, bos- en tuinbouw komen ook in aanmerking mits deze producten aan in punt B2 genoemde criteria voldoen. Onder reststromen vallen dan ook bijvoorbeeld aardappelschillen, ananasschillen, mangoschillen etc.
A4. Voor producten die zodanig zijn bewerkt dat het niet duidelijk is of zij een biobased gehalte hebben (zoals biohars, biolijm, bioverf) wordt het biobased gehalte bepaald volgens de EN 16785-1.
A5. Indien het gaat om een biobased toeslagmiddel met een gering volumepercentage per producteenheid, wordt voor het biobased gehalte gekeken naar de voorwaarde dat het toeslagmiddel voor meer dan 95% biobased moet zijn.
A6. Maximaal 10 LCA’s van categorie 1 milieuverklaringen van biobased bouwproducten (waaronder hout) die de kwaliteit van de bestaande categorie 2 milieuverklaringen verbeteren komen in aanmerking voor een vergoeding.
A7. Maximaal 10 LCA’s van categorie 1 milieuverklaringen van de volgende houtproducten komen in aanmerking voor een vergoeding:
- Complete prefab bouwpakketten van hout met predominante biobased materialen
- Complete woningen of gebouwen van hout met predominante biobased materialen
In aanvulling op bovenstaande voorwaarden genoemd onder 1 tot en met 22 gelden voor startups/ starters/ Mkb’ers de volgende criteria.
B1. Aanvragers dienen een verzoek in waarin zij onderbouwen dat de aanvrager een Starter of kleine ondernemer is. Het product moet een positieve bijdrage leveren aan het klimaat, de reductie van CO2, of de Nederlandse circulaire bouweconomie. Via bijgaande link is het aanvraagformulier te downloaden.
B2. De vergoedingsregeling voor startups/starters/Mkb’ers is een regeling voor de volgende doelgroepen:
a. startende (of startup-) fabrikanten of leveranciers
b. kleine of middelgrote fabrikanten of leveranciers
B3. Het moet gaan om een bouwproduct met positieve bijdrage aan een Nederlandse circulaire bouweconomie.
B4. U bent maximaal 5 jaar ingeschreven bij de kamer van koophandel en/of u heeft maximaal 250 medewerkers in dienst
B5. Indien u een MKB onderneming heeft, geldt dat u een jaaromzet heeft van maximaal € 50 miljoen of een balanstotaal van maximaal € 43 miljoen.
B6. Voor bouwproducten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse circulaire bouweconomie geldt een maximumbedrag van € 1.100,- exclusief BTW per milieuverklaring tot een maximum van € 27.500. exclusief BTW. De maximale vergoeding per aanvrager bedraagt dan ook € 27.500,- exclusief BTW.
In aanvulling op bovenstaande voorwaarden genoemd onder 1 tot en met 22 gelden voor innovatieve bouwproducten de volgende criteria.
C1. Aanvragers dienen een verzoek in waarin zij onderbouwen dat het gaat om een innovatief bouwproduct. Het product moet een positieve bijdrage leveren aan het klimaat, de reductie van CO2, of de Nederlandse circulaire bouweconomie. Via bijgaande link is het aanvraagformulier te downloaden.
C2. Voor innovatieve bouwproducten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse circulaire bouweconomie geldt een maximumbedrag van € 1.100,- per milieuverklaring. De maximale vergoeding per aanvrager bedraagt € 27.500,- exclusief BTW.