VELUX: “Onze score in de NMD is een stimulans om het nóg beter te doen”
Een interview met Marcel Vreeken, manager Public Affairs bij VELUX
Een jaar of zes geleden kwam het eerste product van VELUX met categorie 1-data in de Nationale Milieudatabase; de modulaire lichtstraat voor commerciële toepassingen in de utiliteitsbouw. “Vooral om van dat proces te leren,” vertelt Marcel Vreeken, manager Public Affairs bij VELUX. “Dit was een makkelijk te inventariseren product, perfect om mee te ‘oefenen’.” Inmiddels staan sinds juni 2023 de vier meest verkochte producten van VELUX ook met categorie 1-data in de NMD. “We hebben ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen. Onze score in de NMD is een van de factoren die ons stimuleert om het nóg beter te doen.”
VELUX heeft zichzelf tot doel gesteld de eigen CO2-uitstoot in 2030 met 100% te hebben gereduceerd. In de waardeketen – de scores van de toeleveranciers - moet een reductie van 50% zijn gehaald. Ambitieuze doelen die om inzicht vragen in de huidige score, om zo heel gericht maatregelen te treffen om de CO2-footprint steeds kleiner te maken.
Samenwerken voor een kleinere footprint
Marcel: “We weten exact op welke plekken we in onze CO2-footprint winst kunnen behalen. We hebben onze dakramen daarvoor compleet ontleed. Hout is bijvoorbeeld maar 4% van de footprint, terwijl glas 26% van de footprint bepaalt. Daardoor weten we dat we veel grotere stappen kunnen maken als we verbeteringen doorvoeren op dat deel glas. Meer hergebruikt glas gebruiken bijvoorbeeld; het aandeel gerecyclede content verhogen.”
“Voor staal en aluminium geldt hetzelfde. Met ArcelorMittal tekenden we een samenwerkingsovereenkomst om onderzoek te doen naar de toepassing van groener staal in onze producten. Met Hydro deden we hetzelfde voor aluminium. Gerecycled aluminium heeft bijvoorbeeld een andere samenstelling. We moeten leren welke aanpassingen aan onze machine-instellingen nodig zijn om daar goed mee te kunnen werken. We kiezen er met die samenwerkingsovereenkomsten voor om samen op langere termijn de mogelijkheden voor meer efficiency te onderzoeken.”
Manager Public Affairs bij VELUX
Marcel Vreeken
Door hergebruik minder CO2- uitstoot
VELUX spreekt in haar duurzaamheidsambitie van scope 1, 2 en 3 als focusgebieden voor verduurzaming. “Scope 1 en 2 gaan over onze eigen processen. Dat gaat bijvoorbeeld over onze logistiek. We elektrificeren ons wagenpark – in de Verenigde Staten rijdt nu de eerste elektrische truck – en proberen zo min mogelijk loze kilometers te maken. Volle vrachtwagens op de heenweg dus, en volle op de terugweg.”
“Circulariteit is ook een belangrijk aspect. Om tegen te gaan dat gebruikte VELUX dakramen op de afvalberg van bouw- en sloopafval belanden, zijn wij bijvoorbeeld een take-back service gestart. Onze dakramen worden met de take-back service gescheiden ingezameld en getransporteerd naar een van de demontagebedrijven. Na demontage ontstaan er nieuwe grondstofstromen, zoals glas, hout, aluminium en kunststoffen. We werken continu aan het zo hoogwaardig mogelijk inzetten van deze grondstoffen. Met FAAY is het bijvoorbeeld gelukt om het hout uit dit proces te hergebruiken in hun binnenwanden.”
Scope 3 betreft dus de eerdergenoemde waardeketen. “We kopen ook veel materialen in: hout, glas, aluminium, staal. Daarover gaat scope 3. Om de footprint van die materialen samen met onze leveranciers steeds kleiner te maken.”
Proberen om te leren
De inzichten die VELUX nu heeft in de milieu-impact van haar producten ontstond natuurlijk niet zomaar. Daarvoor liet VELUX levenscyclusanalyses maken ten behoeve van EPD’s, Environmental Product Declarations. Om die vervolgens te laten vertalen naar een MKI-getal, zodat het product in de NMD kan worden gewaardeerd voor een MPG-berekening.
“We begonnen een jaar of zes geleden met een van onze minder complexe producten, de modulaire lichtstraat voor commerciële toepassingen in de utiliteitsbouw. In dit product zitten relatief weinig materialen, dus makkelijk om mee te beginnen. We wilden weten: wat moeten we hier nou voor doen en hoe ziet zo’n MKI-getal eruit? Dat was al een goed leerproces, bijvoorbeeld in hoe ingewikkeld het kan zijn om de juiste data boven water te krijgen, zeker in een internationale organisatie.”
Met categorie 1-data in de NMD
“Toen op een gegeven moment bekend werd dat de MPG-grens van 0,8 naar 0,5 gaat, pakten we door met meer producten. Met die verandering is het nog belangrijker dat je met categorie 1-data in de Nationale Milieudatabase staat. Nu staan we sinds de zomer van 2023 met onze vier meest verkochte producten in de NMD. Onze houten tuimelramen met dubbelglas en tripleglas en onze onderhoudsarme ramen met dubbelglas en triple glas. Van al deze producten pakten we de score van het worst case scenario voor de meest eerlijke weergave van de prestatie van het product. In de meeste gevallen zal het product dus beter scoren dan in de NMD staat.”
“Samen met NIBE onderzoeken we nu of de markt voldoende heeft aan de ingevoerde maatvoeringen: klein, middel en groot. Of de maatvoeringen goed teruggerekend kunnen worden of dat we nog maten moeten toevoegen om te kunnen schalen. Zodat de score nog dichterbij de werkelijke prestatie van het product komt as built.”
Verantwoordelijkheid nemen en stappen zetten
Marcel raadt iedere fabrikant aan om met categorie 1-data aan de slag te gaan. “Zeker nu de MPG van 0,8 naar 0,5 gaat is de noodzaak om categorie 1-data in de NMD te hebben groter geworden. Maar opname in de NMD is nooit een doel op zich. Het is eerder een standaard onderdeel van je duurzaamheidsplan. Je score wordt ermee inzichtelijk en geeft je motivatie om eraan te werken. Dat geldt voor ons ook. We hebben nu een MKI-score van iets meer dan €17. Als we onze footprint op scope 1, 2 en 3 verbeteren, moet dat ook leiden tot een verlaging van dat getal. Dat stimuleert ons om nog meer om aan die knoppen te draaien.”
“Waar het om gaat is dat je niet hetzelfde doet als wat je gisteren deed, maar inzichten creëert om je milieu-impact te verkleinen. Met de ambities die er liggen – een CO2-neutrale en circulaire gebouwde omgeving in 2050 - wil je niet wachten op strengere regelgeving. Het is veel slimmer zelf die stappen te nemen voordat je gedwongen wordt. Dan neem je verantwoordelijkheid, krijg je een leercurve en kun je anticiperen op wat er nog komen gaat.”