maandag 20 februari 2023

De milieubelasting van een warmtepomp is hoger dan aanvankelijk werd aangenomen. Die conclusie moest worden getrokken op basis van een actualisatie van de milieudata van warmtepompen. In samenwerking met FME en Techniek Nederland startte Stichting NMD diverse projecten om de kwaliteit van de milieudata van installaties te verbeteren. De actualisatie toonde aan dat de berekening van de milieubelasting van de warmtepomp niet meer volledig was. Koudemiddel en elektronica waren nog niet in de milieudata verwerkt. Bovendien was de milieubelasting berekend met een type dat inmiddels niet meer representatief was voor de markt. De effecten van het rekenen met de geactualiseerde data werden duidelijk bij het opstellen van een nieuwe categorie-1 milieuverklaring voor een warmtepomp. Als logisch gevolg van de verslechtering van de milieuscore van de categorie-1 warmtepomp heeft Stichting NMD de milieuverklaring voor merk ongebonden warmtepompen (de categorie-3 milieuverklaring) aangepast. Daarmee heeft de warmtepomp een hoger aandeel in het resultaat van de milieuprestatieberekening gekregen.

Categorie 1

Merkgebonden data, getoetst door een onafhankelijke, gekwalificeerde derde partij volgens het NMD-Toetsingsprotocol. De data worden aangeleverd door fabrikanten/producenten of toeleveranciers.

Categorie 2

Merkongebonden data (merkloos), getoetst door een onafhankelijke, gekwalificeerde derde partij volgens het NMD-Toetsingsprotocol. Deze data worden aangeleverd door groepen van fabrikanten, toeleveranciers, branches of overheden.

Categorie 3

Categorie 3 data vormen een vangconstructie om bij gebrek aan en als tegenhanger van categorie 1 en categorie 2 data van een bouwproduct in de Nationale Milieudatabase te beschikken over milieuprofielen. De profielen zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van Stichting NMD ofwel zijn aangedragen door een branche. Stichting NMD is eigenaar van deze profielen. Op de categorie 3 milieuprofielen is een toeslagfactor van toepassing. Deze toeslagfactor wordt door Stichting NMD vastgesteld en bedraagt momenteel 30%.

Jan-Willem Groot, directeur van Stichting NMD, erkent dat dit een nieuwe situatie oplevert. “De eis aan de milieuprestatie in het Bouwbesluit voor woningen en kantoren is vastgesteld aan de hand van de data die in de NMD aanwezig waren. Voor de markt kunnen er problemen ontstaan als we de milieudata van warmtepompen zomaar aanpassen. Er zou een ongelijk speelveld ontstaan voor leveranciers die warmtepompen leveren met de nieuwe data ten opzichte van leveranciers die warmtepompen aanbieden op basis van de oude data. Bovendien kan het ertoe leiden dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen om een warmtepomp (met geactualiseerde data) in bouwwerk te kunnen opnemen. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid zou ik het een probleem vinden als daardoor de warmtepomp niet meer wordt toegepast. Uiteindelijk leveren de warmtepompen een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en aan de vermindering van de CO₂-uitstoot.”

Stichting NMD heeft daarom in samenspraak met het Ministerie van BZK, FME en Techniek Nederland een ‘tijdelijke verrekenfactor’ ingevoerd die op warmtepompen met geactualiseerde milieuverklaring mag worden toegepast. De verrekenfactor is een bijzondere maatregel en verbonden aan diverse voorwaarden (zie hiervoor het NMD-nieuwsbericht Einde generieke verrekenfactor warmtepompen per 1 januari 2024).

Jan Willem Groot: “Op basis van de geactualiseerde data is het voor de markt lastiger om een warmtepomp in een project toe te passen. Wij willen het probleem niet zomaar even bij de leveranciers van warmtepompen neerleggen. Dat zou niet terecht zijn. Daarom hebben wij besloten een tijdelijke verrekenfactor op te stellen die op de geactualiseerde milieuverklaringen van warmtepompen mag worden toegepast. De verrekenfactor zorgt ervoor dat de berekende milieu-impact tussen de oude en de nieuwe situatie wordt genivelleerd. Het betekent dat milieuscore van de warmtepomp voor dit moment op een zelfde niveau ligt als voor de actualisatie. De verrekenfactor is vastgesteld in samenwerking met deskundigen op het gebied van milieuprestatie. LBP|Sight heeft ons geadviseerd en W/E-adviseurs heeft dit advies gereviewd. De actualisatie komt voort uit de verbeterslag van de datakwaliteit en daar kunnen en willen we niet omheen. Met de toepassing van de verrekenfactor blijft het mogelijk de warmtepomp in te zetten.” 

Het tijdelijke karakter van de rekenfactor hangt samen met het onderzoek naar de effecten van de actualisaties. Jan-Willem Groot: “Wij onderzoeken de effecten van de actualisaties in bredere zin en kijken daarbij ook naar de precedentwerking. De kans dat het ook bij de constructieve en andere bouwkundige elementen optreedt achten wij klein. Ons onderzoek naar de actualisatie van categorie 3 en de effecten is 1 april gereed. Vervolgens wordt advies gevraagd aan de BMNL (Beleidcommissie Milieuprestatie Nederland)  en wordt een besluit genomen voor het vervolg."

Robert van Beek van de FME constateert dat het actualisatieproject ertoe leidt dat de kwaliteit van milieudata van gebouwinstallaties wordt verbeterd. “Vooraf hadden we niet verwacht dat de actualisatie zou leiden tot een veel hogere milieubelasting van de warmtepomp. Hierdoor moeten we tijdelijk een verrekenfactor toepassen. Op de iets langere termijn is dit positief. Een goede en complete database is belangrijk voor opdrachtgevers en alle schakels in de bouwketen. Het doel is immers om duurzame gebouwen te realiseren inclusief de technische installatie. De actualisatie van de data  leidt ertoe dat we even weer met beide benen op de grond komen te staan. Het positieve eraan is dat de warmtepomp gestimuleerd wordt zich nog verder te ontwikkelen. Er is nog veel mogelijk op dit gebied. Te denken valt aan het gebruik van natuurlijke koelmiddelen, milieuvriendelijkere elektronica en de verlenging van de levensduur.”

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland wijst op het belang van de warmtepomp in brede zin: “De milieuscore van warmtepompen geeft een onvolledig beeld. De score geeft namelijk alléén de milieubelasting van materialen aan en laat de energieprestatie volledig buiten beschouwing. Dankzij de warmtepomp verbruiken nieuwbouwwoningen helemaal geen aardgas meer en daalt de CO2-uitstoot met de helft. Daarmee leveren warmtepompen een onmisbare bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.”

Wat betreft Techniek Nederland moet er een integrale milieu- en energieprestatienorm komen die geldt voor de gehele technische levensduur van apparaten en materialen. Op basis van zo’n norm is er volstrekt geen twijfel over de toepassing van duurzame energietechnieken zoals warmtepompen. De milieuscore van warmtepompen houdt ook geen rekening met een aantal andere aspecten. Terpstra: “Veel materialen uit een warmtepomp worden al hergebruikt. Ze krijgen een tweede leven in een nieuwe warmtepomp of in een andere toepassing. Techniek Nederland intensiveert de komende tijd de inspanningen om samen met de fabrikanten grote stappen te maken naar circulariteit. Daarnaast is de innovatie van warmtepompen in volle gang. Apparaten worden steeds kleiner waardoor minder materialen nodig zijn om het apparaat te produceren.”

Lees ook het artikel: Tijdelijke verrekenfactor voor installaties in de NMD

Lees ook de veelgestelde vragen over de milieuprestatie van warmtepompen

Het stelsel van de NMD

Nieuw bij de Nationale Milieudatabase? In deze video leggen we uit hoe het stelsel werkt.  Onze database, de Bepalingsmethode en de Milieuprestatieberekening.

Meer lezen:

Milieuprestatieberekening

Bepalingsmethode

Nationale Milieudatabase

 

Accepteer marketing-cookies om deze video te bekijken.