Bio-based bouwen, een groeimarkt voor nagroeibare bouwstoffen

vrijdag 6 december 2019

Bio-based materiaal is afkomstig uit de levende natuur. Het gaat om natuurlijk gegroeid materiaal dat nagroeibaar ofwel hernieuwbaar is. Het is niet afkomstig van mineralen of fossielen. Er zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden: hout, plantaardig materiaal en dierlijk materiaal. Hout is het meest bekende bio-based materiaal en kent in de bouw vele verschijningsvormen. Bij plantaardig materiaal valt onder andere te denken aan stro, bamboe, vlas, hennep, loof van tomaten, mais, suikerriet en koolzaadolie. Schapenwol en schelpen zijn voorbeelden van dierlijk materiaal. Klei en leem worden doorgaans wel meegenomen in de ecologische bouwmethoden, maar behoren niet tot de levende natuur en zijn per definitie geen bio-based materialen. 

Op de vraag wat onder ‘bio-based’ mag worden verstaan, spreken Fred van der Burgh en Sissy Verspeek niet over nagroeibaarheid en hernieuwbaarheid. “Dat is zo vanzelfsprekend voor ons”, zegt Fred, “dat we het geeneens meer noemen. De discussies gaan er meer over wanneer je nog kan praten over een bio-based product. Producten zijn bijna altijd samengesteld uit verschillende materialen en grondstoffen. Dat geldt zeker voor bouwproducten, zoals plaatmateriaal. Wat betreft de houtvezels is het bio-based, maar niet wat betreft de lijm. Ook kunststof composieten zijn vaak gemaakt van kunsthars en natuurlijke vezels. Wanneer kan je een product als bio-based bestempelen? Er bestaat geen erkend Nederlands keurmerk voor bio-based producten. Zelf houden wij als richtlijn aan dat een product voor het grootste deel bio-based moet zijn, met een duidelijke vermelding van de samenstelling. Anderen zijn misschien strenger in de leer. Maar wij beseffen dat het arbitrair is. Bio-based moet vaak opboksen tegen synthetische producten die qua prijs en soms ook de technische eigenschappen  een flink voordeel hebben. Bij een minerale of fossiel gebaseerde producten ben je dan al blij dat een product voor 10% bio-based wordt gemaakt. Dan heb je toch weer een stapje gewonnen.”

“Wij zijn voorstander van het Amerikaanse systeem van het ministerie van Landbouw”, vult Sissy Verspeek aan. “In Amerika wordt op het etiket van producten het percentage bio-based grondstoffen vermeld. Het is geen keurmerk, maar daardoor heb je als consument of afnemer wel een duidelijk beeld van de milieukwaliteit van het product. Overheden in Amerika baseren hun inkoopbeleid hierop. In aanbestedingen is het een factor van betekenis.”

Fred van der Burgh en Sissy Verspeek zijn beiden van mening dat bio-based bouwen de toekomst heeft. Volgens Fred van der Burgh is schaalvergroting mogelijk en wenselijk. “Tegenwoordig gaat het niet alleen meer om luxe vrijstaande woningen. Ook bedrijfsmatige bouwwerken worden steeds meer bio-based uitgevoerd. Houtskeletbouw zal daarbij een belangrijke rol spelen.”

Op dit moment is bio-based bouwen nog niet de gangbare bouwpraktijk. In de tussentijd moet er nog een flinke slag worden gemaakt in de productontwikkeling, de prijsstelling en de promotie van bio-based materialen. Sissy Verspeek: “Het lastige is dat er geen duidelijke branche is van bio-based producenten. Over het geheel genomen zijn het vooral kleine fabrikanten die nog niet zo ver zijn om zich te verenigen in een collectief belang. Daardoor is de kennisoverdracht met betrekking tot bio-based materialen nog beperkt tot degenen die actief naar deze kennis op zoek zijn. Veel partijen in de bouw weten wel dat er diverse alternatieven voor minerale isolatie voorhanden zijn, zoals houtvezels, cellulose, hennep, vlas, kurk en schapenwol. Maar het beeld bestaat dat deze alternatieven niet geschikt zijn voor vochtige situaties. Toch is er al enige jaren geleden een isolatiemateriaal op de markt gebracht dat als ‘bio-based’ mag worden aangeduid, terwijl het wel vocht-, schimmel-  en drukbestendig is. Biofoam is vergelijkbaar met EPS en kan worden gebruikt voor de isolatie van de fundering en voor dakafschot. Het is gemaakt van plantaardige grondstoffen.”

De voorlichting gaat niet alleen over de milieukwaliteit van de bio-based producten. Fred van der Burgh: “Aannemers hebben van nature koudwatervrees voor nieuwe producten. Dus je moet ook de andere technische kwaliteiten van een bio-based-product kennen en bespreken, zoals onder andere met betrekking tot geluid, vocht en brand. Daarnaast is de verwerking van het product van belang. Natuurverven bijvoorbeeld hebben een langere droogtijd. In de planning van het werk moet de schilder daarmee wel rekening houden.”

 

“Bio-based gaat niet alleen over milieu, maar ook over gezondheid”

 

De hernieuwbare producten hebben ook een duidelijk voordeel ten opzichte de traditionele producten. “Bio-based gaat niet alleen over milieu, maar ook over gezondheid”, stelt Sissy Verspeek. “Gezondheid is een belangrijk argument bij de keuze voor bio-based producten. Het geldt zeker voor de natuurverven, maar ook voor isolatiematerialen en andere bouwproducten die giftige en vluchtige stoffen bevatten. De bio-based materialen zijn niet alleen gezonder voor het bouwplaatspersoneel, maar ook voor de gebruikers van het gebouw. Dit aspect zou bijvoorbeeld prima meegenomen kunnen worden in de campagne voor Frisse Scholen.”

De adviseurs van Agrodome menen dat bio-based bouwen nog vele groeimogelijkheden heeft. Verder onderzoek en productontwikkeling is daarbij onontbeerlijk.  Fred van der Burgh: “Het interessante van deze grondstoffen is dat er veel meer toepassingsmogelijkheden zijn dan wij nu weten. Hennep is een mooi voorbeeld. We kennen hennep als drugsplant, maar in de auto-industrie wordt het ook in het dashboard verwerkt omdat het bij een botsing de klap beter opvangt dan synthetische vezels. In Zeeland zijn we betrokken bij een Europees project waarin bio-based recreatiewoningen worden gebouwd die betaalbaar en navolgbaar zijn. De meerwaarde van het project is dat aan de bouw van de recreatiewoningen een proeftuin is verbonden om te onderzoeken of voor bepaalde vezelgewassen nieuwe toepassingen zijn te vinden. Een ander bedrijf ontwikkelt voor de woningen een verf uit calendula-olie, de olie van goudsbloemen. Weer een ander bedrijf houdt zich bezig met de ontwikkeling van composiet materialen met vezels van o.a. miscanthus (olifantsgras) en spruitkool. Uiteindelijk zijn dat allemaal stapjes die ervoor gaan zorgen dat bio-based bouwen in de toekomst het normale bouwen wordt.”

Voor nadere info: biobasedbouwen.nl en agrodome.nl

Bio-based bouwen staat in Nederland sterk in de belangstelling. Een MPG-berekening met bio-based (je spreekt het op z’n Engels uit als baio-beesd) producten geeft vaak een lagere en dus betere MPG-score. In de NMD zijn inmiddels een groot aantal bio-based profielen opgenomen. Zowel de B&U-sector als de GWW-sector oriënteren zich op de toepassing van bio-based materialen. Milieudatabase.nl sprak met Fred van der Burgh en Sissy Verspeek van Stichting Agrodome over bio-based bouwen anno nu en in de toekomst. 

 

Stichting Agrodome, een stichting die zich inzet voor duurzaam en ecologisch bouwen, beheert de Kennisbank Biobased Bouwen. De website biobasedbouwen.nl vormt de etalage van de Kennisbank. Op de site is een breed scala aan producten te zien; van fundering tot dak en van afdichting tot bouwsysteem. Er is veel informatie te vinden over bouwproducten voor daken, gevels en vloeren, maar een aantal specifieke productgroepen zijn nog leeg. Ook toont de site projecten die de naam ‘voorbeeldproject bio-based bouwen’ mogen dragen. De verscheidenheid aan soorten bouwwerken is niet groot. De hoofdmoot van de projecten wordt gevuld met vrijstaande villa’s, daarnaast geeft de site een beschrijving van een kantoor, een renovatie van een school, een tandartspraktijk, in de  sociale woningbouw: appartementencomplex en rijtjeswoningen (4-tal), een mobiele Tiny House en de gevel van een gasontvangststation. 

Inschrijven Nieuwsbrief

Meld u nu aan en ontvang 10  keer per jaar onze nieuwsbrief!

Aanmelden