Drie producten van Platowood zijn nu met categorie 1-data te vinden in de Nationale Milieudatabase
Een interview met algemeen directeur Bart Raymann
In 1972, middenin de oliecrisis, wordt bij toeval een manier ontdekt om hout rotbestendig te maken. Shell Research doet in dat jaar onderzoek naar het onttrekken van olie uit hout. Het onderzoek mislukt echter en Shell stopt ermee. Onderzoeker Herman Ruyter ontdekt wel iets anders. In 1989 beschrijft hij voor het eerst in een wetenschappelijke publicatie het hydro-thermische modificatieproces van hout. Het is de start van het bedrijf Platowood. Van een startup van uitvinders en laboranten verandert Platowood de afgelopen decennia in een internationaal opererend producent van duurzaam en geplatoniseerd hout voor architecten en andere voorschrijvers. Drie producten zijn nu met categorie 1-data te vinden in de Nationale Milieudatabase.
De naam Platowood komt van de codenaam van het onderzoek dat aan het bedrijf ten grondslag lag: PLATO, een afkorting van Providing Lasting Advanced Timber Option. Nu heet het hydro-thermische modificatieproces dat hout rotbestendig maakt ‘platoniseren’. Algemeen directeur Bart Raymann vertelt ons wat dit inhoudt.
“Andere processen waarin hout wordt behandeld, bestaan vaak alleen uit drogen en verhitting, soms wel op 200 tot 230 graden. Bij het platoniseren koken, drogen en bakken we het hout. Dat gebeurt op relatief lage temperaturen. Daardoor behoudt het hout zijn celstructuur en ontstaan nieuwe stabiele verbindingen. De extra processtap ten opzichte van thermische modificatie maakt ons hout sterker en veerkrachtiger. Het hout neemt minder vocht op, waarmee krimp en zwelling wordt verminderd. Ook wordt latere schimmelvorming voorkomen doordat suikers zijn afgebroken. Zonder gebruik van chemische toevoegingen kunnen we zo de goede eigenschappen van hout versterken en kan het hout verder onbehandeld buiten worden toegepast.”
Algemeen Directeur bij Platowood
Bart Raymann
Transformatieproces
Platowood gebruikt snelgroeiend hout uit duurzaam beheerde bossen. Zoals Fraké, een snelgroeiende loofhoutsoort uit West-Afrika. “Dit hout werd voorheen helemaal niet geoogst, want het verrotte snel. Met ons proces transformeren wij het in een bruikbaar materiaal. In de bossen waar het vandaan komt, worden er per hectare maar drie of vier bomen uitgehaald, meer niet. Dan wordt die plek weer 30 jaar met rust gelaten. In de tijd dat het hout aan de gevel hangt, groeien er weer nieuwe bomen. Dat gaat vanzelf in de jungle, die bomen hoef je niet te planten.”
Beter dan CO2-neutraal
Platowood is actief bezig met haar CO2-footprint. “We hebben geen gasaansluiting op ons terrein. We gebruiken voor ons productieproces alleen stoom, die we aangeleverd krijgen van de elektriciteitscentrale om de hoek. En met meer dan 3.000 zonnepanelen voorzien we in onze eigen stroom. We zijn daarmee meer dan CO2-neutraal. In ons hout wordt meer CO2 opgeslagen dan we uitstoten.”
Continu onderzoek doen
“Ons credo is slim, bevlogen en stoer. Vanuit die waarden bedenken we nieuwe, innovatieve toepassingen en zoeken we continu naar mogelijkheden om verder te verduurzamen. In de brandvertragingswereld gebeurt op dit moment bijvoorbeeld veel. Na lang zoeken is het ons gelukt om een biologische brandvertrager te vinden waar geen enkele schadelijke stof in zit. Daar laten we nu ons hout mee behandelen.”
“We werken ook met een biologische, watervaste lijm en zitten nu in een onderzoekstraject met de fabrikant van deze lijm om te kijken of je die lijm weer terug kan winnen naar de oorspronkelijke grondstof. We hebben hier daarvoor een autoclaaf (red. stoomsterilisator) staan. Innoveren voor meer duurzaamheid zit echt in ons DNA en we doen zoveel mogelijk in eigen huis. In onze productiefabriek in Arnhem.”
Inzicht door LCA’s
Om nog beter inzicht te krijgen in kansen voor verdere verduurzaming, liet Platowood van drie producten van drie houtsoorten een levenscyclusanalyse maken: van Vuren, Populier en Fraké.
“Wat ons verraste in die LCA is dat de impact van het verschepen van het hout vanuit Afrika relatief klein is. Het bevestigde voor ons dat de bossen inderdaad heel duurzaam worden beheerd. Ze hebben dat daar uitstekend voor elkaar. Al het hout dat wij kopen moet ook voldoen aan allerlei keurmerken, anders kopen we het niet.”
Transport verder verduurzamen
“Wat we leerden is hoezeer je interne en externe transport meeweegt. We reden zelf al elektrisch en zijn versneld overgestapt op elektrische heftrucks. Voor de externe transporten gaan we om de tafel met onze partners én kijken we of we meer in eigen huis kunnen houden.”
“We zijn de laatste jaren sterk gegroeid. Daardoor werden we gedwongen om schaafwerk en profileerwerk van ruwe planken tot gevelprofielen uit te besteden. Het gevolg is dat er vrachtwagens op en neer rijden. Daarom breiden we nu onze productielocatie uit, zodat we dit weer zelf kunnen doen. Vorig jaar schaften we onder andere een nieuwe schaafmachine aan. En zo zetten we er steeds op in om meer processen zelf te doen. Het zijn enorme investeringen en ze zijn het waard. We hebben dan zelf de directe invloed om die processen zo duurzaam mogelijk te maken.”
Met categorie 1-data in de NMD
Met de LCA’s op zak was de stap naar opname in de Nationale Milieudatabase een kleine. “We hopen dat architecten ons daardoor nog beter kunnen vinden en makkelijker voorschrijven. Mooi is ook dat nu openbaar, onderbouwd en helder is wat we doen. De milieukostenindicator (MKI) die alle milieueffecten samenvat in één score in euro’s, maakt je producten goed vergelijkbaar met anderen. We zijn nu gestart met drie producten, maar er volgen er zeker meer.”
Intrinsieke motivatie
Bart vindt het een mooie ontwikkeling dat duurzaamheid een voorwaarde is geworden in de bouw. “Ik vind wel dat de intentie van duurzaamheid nu nog erg onder een vergrootglas ligt. Je moet van alles documenteren en certificeren om te bewijzen dat je duurzaam bent. Maar dat moet toch gewoon in de DNA zitten? Wij denken niet anders dan in duurzaamheid. Samen de wereld mooier maken. Die drive om het goede goed te doen is heel sterk. Ik hoop dat bij steeds meer bedrijven die intrinsieke motivatie gaat overheersen.”
Bewezen duurzaam
Een levenscyclusanalyse laten maken en je producten met categorie 1-data laten opnemen in de NMD raadt Bart iedereen aan. “Het geeft je veel inzicht in je bedrijf en je producten. Bovendien maak je zichtbaar voor anderen hoe je scoort. Ik verwacht dat je straks buiten de boot valt als je niet heel duidelijk en onderbouwd kan laten zien hoe duurzaam je producten zijn.”