Compleet modulair en circulair gevelsysteem Ciskin nu in Nationale Milieudatabase
Een interview met Martijn Veerman, specialist circulaire gevels bij Alkondor.
Alkondor, De Groot en Visser en Wicona zijn altijd bezig met waar mensen en gebouwen in de toekomst behoefte aan hebben. Welke producten en businessmodellen passen daarbij? Zo kwam het ook, dat al langere tijd met de TU Delft werd gewerkt aan het concept van een leasegevel, toen gebiedsontwikkelaar AM daar een concrete vraag over stelde. Zou het mogelijk zijn om voor het Bajeskwartier, eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf, een ‘gevel as a service’ te ontwikkelen? Het bleek de start van een super interessant ontwikkelproces, dat resulteerde in het compleet modulaire en circulaire gevelsysteem Ciskin. Een interview met Martijn Veerman, specialist circulaire gevels bij Alkondor.
Martijn Veerman was ongeveer zeven jaar in dienst bij gevelspecialist Alkondor en al die jaren al bezig met innovaties en circulariteit, toen AM concreet de vraag stelde om een ‘gevel as a service’ te maken. Het project betrof het terrein van de Bijlmerbajes in Amsterdam. De komende jaren krijgt dit gebied een compleet andere uitstraling en gebruik. Van de zes bestaande torens worden er vijf gesloopt. De zesde toren die behouden blijft, wordt getransformeerd tot een ‘groene toren’ met een verticaal park en stadslandbouw. Circulariteit is een van de kernwaarden van het nieuwe woongebied dat hier ontstaat: het Bajeskwartier.
Martijn: “Samen met gevelspecialist De Groot en Visser en toeleverancier van grondstoffen en halffabrikaten Wicona, gingen we om de tafel om over het gevelconcept voor de groene woontoren na te denken. We hebben een match in DNA en ambitie. Zo kwam het dat we met z’n drieën aan de slag gingen. Allemaal hadden we al wel gepionierd in circulariteit, hoe konden we dat samen concreter maken?”
Specialist circulaire gevels
Martijn Veerman
Een proces van vallen en opstaan
Het werd een ontwikkeltraject dat meer dan twee jaar duurde, waarbij de drie bedrijven zelfs een keer helemaal opnieuw begonnen. “Je start zo’n conceptontwikkeling met schetsen. Gaandeweg komt er dan daar nog een lipje bij en daar nog een rubbertje … We gingen enorm ver in de detaillering. Een leek zou naar ons gekeken hebben en gezegd hebben: waar doe je moeilijk over? Maar voor ons was het echt wel heel spannend. Op een gegeven moment zagen we echter in dat we er zo niet mee verder konden. Het was niet werkbaar, niet monteerbaar en niet losmaakbaar zoals we dat wilden. En toen zijn we dus na een jaar opnieuw begonnen.”
Wat is eigenlijk circulair?
Wat het zo ingewikkeld maakte is dat ze een compleet nieuw gevelsysteem moesten ontwikkelen. “We wisten, als we dit gaan doen as a service, dan kan dat niet met standaard gevelsystemen. Bij standaard gevelsystemen wordt veel gewerkt met kit, die systemen zijn niet demontabel. En dat is wel wat wilden: echt circulair betekent ook 100% demontabel.”
Dat was sowieso ook al een interessante discussie, vertelt Martijn. Want wat is eigenlijk circulair?
Herkomst van grondstoffen
“Wij zijn uiteindelijk uitgegaan van vier producteigenschappen. Factor één heeft te maken met de grondstoffen. Waar komen die vandaan? Idealiter worden ze geoogst uit de gebouwde omgeving. Dat is nu in de huidige versie van de gevel nog niet zo, maar inmiddels zou dat voor 100% kunnen. Volgend jaar komen we hierin met een update.”
Losmaakbaarheid en herbruikbaarheid
“Factor twee is de losmaakbaarheid en herbruikbaarheid. We vonden dat de gevel zonder schade helemaal uit elkaar gehaald moet kunnen worden, zodat alle materialen herbruikbaar zijn. Dat is voor 100% gelukt.”
Modulariteit
“Factor drie is modulariteit, oftewel in het ontwerp rekening houden met een bepaalde verdeling van je gevelgrid, zodat je kan prefabriceren en hergebruiken. Dit is commercieel voor ons heel spannend, want wij schrijven hiermee voor een groot deel voor hoe de architect kan ontwerpen met de gevel. Om de architect wel nog ontwerpvrijheid te bieden, kwamen we tot een eenheid in structuur en basis van de gevel, waarin verschillende vullingen mogelijk zijn. Glas, een dicht sandwichpaneel, een houten front, een PV paneel, daar kan de architect alles mee bedenken wat hij wil. Daarnaast hanteren we een 20-80 regel. 80% van de gevel in standaard, 20% kan maatwerk zijn met ontwerpvrijheid.”
Producentverantwoordelijkheid
“Factor vier is producentverantwoordelijkheid. Wij nemen de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en beheer en het innemen van de materialen voor hergebruik na de levensduur van het gebouw.”
Groot wensen- en eisenpakket
Op zich ingewikkeld genoeg, zou je denken. En dan komen daar dus nog de wet- en regelgeving bij en alle constructieve eisen waaraan een gevel moet voldoen.
“Je hebt het hele pakket van standaard prestatie-eisen, productnormen, wet- en regelgeving rondom het testen van de gevel en constructieve eisen wat je onder controle moet krijgen. En dan moet het ook nog modulair zijn, demontabel en bij aanpassingen in sterkte blijven voldoen. Je snapt nu misschien ook waarom we op een gegeven moment helemaal opnieuw zijn begonnen. We liepen vast in dat eisenpakket, we moesten terug naar de tekentafel.”
Toepassing in de praktijk
Inmiddels zijn we drie jaar verder, stáát het concept en zal begin 2024 de eerste Ciskin gevel in de praktijk worden toegepast. Verrassend genoeg niet in het Bajeskwartier.
“Halverwege ons ontwikkeltraject werd al duidelijk dat dit project langer zou gaan duren. Toch besloten we door te gaan. We wilden doorpakken, los van een project. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Er is geen andere gevel in de markt die op al die vier genoemde factoren zo tot in detail is uitgedacht.”
Met CAT-1 data in de NMD
Sinds september staat het modulaire en circulaire gevelsysteem Ciskin ook met categorie 1-data in Nationale Milieudatabase.
“We wilden de milieuprestatie van de gevel inzichtelijk en meetbaar maken. En architecten gebruiken de Nationale Milieudatabase voor hun MPG-berekeningen. Het is voor ons dus heel belangrijk om erin te staan. Het is goed dat er één aangewezen plek voor alle milieudata, waar alle rekentools gebruik van kunnen maken. Bijkomend voordeel dat we nu categorie 1-data hebben, is dat kopers gebruik kunnen maken van de MIA en Vamil-regelingen. Waarmee ze bij de aankoop van duurzame producten fiscaal voordeel krijgen.”
Het begin van nog veel meer
Klaar zijn Alkondor, De Groot en Visser en Wicona nog zeker niet. “We zijn met z’n allen heel trots dat het is gelukt. Oók dat we nu in de NMD staan en een MKI score kunnen overleggen die gunstig uitpakt. Maar eigenlijk is dit nog maar het begin. We gaan vooral verder met variaties op deze gevel. Learning by doing. De markt vraagt bijvoorbeeld om meer prefab systemen en Ciskin is nog niet helemaal prefab. Genoeg kansen dus nog.”