Nieuwe Nederlandse zonnepanelen

In de loop van 2023 wordt de energiemarkt verrijkt met Nederlandse zonnepanelen die naar verwachting een aanzienlijke lagere milieu-impact zullen hebben dan de tot nu toe gangbare zonnepanelen. De Eindhovense startup Solarge is momenteel drukdoende het productieproces van de kunststof zonnepanelen op te zetten. In de aanloopfase van de marktintroductie heeft Solarge het paneel aangemeld voor het Witte Vlekkenproject van Stichting NMD. Menno van den Donker, R&D-manager van Solarge, licht toe waarom Solarge deelneemt aan het Witte Vlekkenproject en waarom hij verwacht dat het lichtgewicht paneel qua milieuprestatie een hoogvlieger wordt.

woensdag 10 augustus 2022
Ook al is een Nederlands zonnepaneel niet uniek, het is zeker wel bijzonder. De markt van zonnepanelen is op dit moment een internationaal gebeuren. “Toch hebben we het lef om het paneel in Nederland te produceren”, stelt Menno van den Donker. “Dat lukt alleen maar als je je echt van andere producten onderscheidt. En daarvan zijn we overtuigd.” Op initiatief van bouwbedrijf Heijmans, TNO, kennisinstituut Solliance startte Solarge in 2018 met de ontwikkeling van zonnepanelen. De gloednieuwe Solargefabriek in Weert wil volgend jaar 100.000 panelen leveren en in drie jaar tijd de productie naar 600.000 opschroeven. “We beginnen in Nederland en al snel zullen we ook kijken of we de gehele Benelux, Frankrijk en Duitsland kunnen bedienen. Maar als we nog verder gaan kijken, zal dat niet vanuit Weert zijn. We willen de transportafstanden zo klein mogelijk houden. Dus als we de Spaanse markt gaan bedienen, zullen we daar een fabriek openen.”
 

Het belangrijkste kenmerk van de Solarge-zonnepaneel is het gewicht. Met 5,5 kg/m² weegt het paneel ongeveer de helft van traditionele panelen. Dit opent de weg naar een marktsegment die nu nog gesloten is. “Het grote voordeel hiervan is dat de panelen op daken toegepast kunnen worden die constructief gezien niet geschikt zijn voor de traditionele panelen. Dat betekent dat er veel meer daken van een zonnepaneel kunnen worden voorzien dan nu het geval is.”

De gewichtsbesparing wordt bereikt door ander materiaalgebruik. De zonnecellen zelf komen uit China, maar Solarge verpakt de cellen niet met aluminium en glas. De Solarge-panelen zijn gemaakt van kunststoffen en daardoor is de milieu-impact van Solarge-panelen anders dan de traditionele panelen. “We hebben ons ingeschreven voor het Witte Vlekkenproject, omdat we er zonder meer van uitgaan dat de milieuprestatie van het Solarge-paneel aanzienlijk beter is dan andere panelen. Een belangrijk verschil is dat we geen gebruik van het energie-intensieve materiaal aluminium. De verwachting dat de milieuscore gunstig is baseren we tot nu toe op eigen berekeningen (de schaduwkosten zijn berekend op 23 euro per vierkante meter), maar het is beter om dit door middel van onafhankelijk onderzoek te laten verifiëren en het in de NMD vast te leggen. Dat doen we dus in het Witte Vlekkenproject.”

Stichting Nationale Milieudatabase streeft naar een aanzienlijke uitbreiding van het aantal milieuverklaringen in de NMD met betrekking tot installaties. Daartoe is de vergoedingsregeling Witte Vlekken in het leven geroepen. Met deze subsidieregeling worden leveranciers en producenten van installaties aangemoedigd een categorie 1-mileiuverklaring te ontwikkelen.

Door gebruik te maken van andere, minder energie-intensieve materialen is de CO₂-footprint van het productieproces veel lager dan normaal. Maar dat kan volgens Menno van den Donker nog veel beter. “We hebben voor ogen om qua CO₂-uitstoot drie categorieën aan panelen in de markt zetten. We starten met het ‘Solarge Solo-paneel’, het standaardpaneel waarvan de CO₂-uitstoot tijdens het productieproces 25% lager is dan bij een traditioneel paneel. Vervolgens willen we de ‘Solarge Low-Carbon’ en de ‘Solarge Ultra Low Carbon’ aanbieden.”
Bij het Solo-paneel gaat het vooral om de vervanging van aluminium en glas door kunststoffen. Het Solarge Low Carbonpaneel krijgt een lage CO₂-footprint door de milieu-impact van de zonnecel zelf te verbeteren. Chinese zonnecellen worden vaak gemaakt net behulp van energie uit kolencentrales. “Als je de productie met fossielvrije energie kan uitvoeren en de productie hiernaartoe kan verplaatsen, dan is het mogelijk om de CO₂-footprint van een zonnepaneel aanzienlijk te verbeteren. Een milieuprestatie van 10 euro per vierkante meter is dan haalbaar. Bovendien, als je de productie naar Europa verplaatst treedt er ook nog een gunstig neveneffect op. De productie van zonnecellen wordt dan van gedwongen arbeid gevrijwaard. In China worden de Oeigoeren verplicht aan het werk gezet om de zonnecellen te maken.”

Het paneel met laagste CO₂-footprint wordt het Solarge Ultra-Low Carbon-paneel. “We verwachten dat de Ultra-Low 80% beter uitkomt dan conventionele modules. Dit resultaat willen we bereiken door de kunststof, die nu op olie-basis wordt gemaakt, met biobased of gerecyclede polymeren te vervaardigen. Vanaf de start van de productie in 2023 zijn wij in staat om gerecyclede en biobased kunststoffen te gebruiken voor onze zonnepanelen.”

Menno van den Donker is nu drie jaar bezig met het opzetten van een LCA-onderzoek en het verzamelen van data. Hij moet wel bekennen dat het “geen gemakkelijke zaak” is. “Het is vooral lastig omdat je niet alles zelf in de hand hebt. Je moet vaak data bij je leveranciers weghalen en die hebben die data ook niet paraat. Dat kost dan veel tijd en energie. In de komende jaren willen we proberen om voor bepaalde processen en producten standaardwaarden vast te stellen die je in het vervolg kan gebruiken.” Met het Witte Vlekkenproject hoopt hij meer inzicht in het LCA-gebeuren te verwerven. Het LCA-onderzoek heeft een duidelijke functie in de ontwikkeling van het product ‘zonnepaneel’ en is nodig om het product in de markt te zetten.

 

Meer informatie over de Solarge-zonnepaneel en de technische prestatie ervan is te vinden op de site van Solarge