Het invoeren van element-overstijgende producten in de NMD

Bouwbedrijven innoveren en brengen steeds vaker nieuwe productcombinaties en totaalconcepten op de markt. Stichting NMD wil ook van deze innovatieve bouwproducten de milieu-informatie inzichtelijk maken en werkt daarom een plan uit om de invoer hiervan te faciliteren.

maandag 29 november 2021
De invoer van de Nationale Milieudatabase (NMD) is momenteel zo ingericht dat per bouwproduct één element (volgens de NL-SfB-classificatie) gekozen kan worden waarvoor het in te voeren product een of meer functies afdekt. Tijdens het maken van een milieuprestatieberekening voor gebouwen moeten alle verplichte elementen worden afgedekt door producten. De huidige invoer is niet ontworpen op het verwerken van producten die element-overstijgend zijn, c.q. die bij toepassing in het bouwwerk meerdere elementen tegelijkertijd afdekken. Enkele voorbeelden van element-overstijgende productcombinaties zijn: een modulair bouwsystemen waarbij een heel casco als product wordt verkocht, een modulair bouwsysteem van een compleet gebouw of een totaalconcept van een vloer inclusief verwarmingsinstallatie.
 
Om de invoer van deze element-overstijgende producten in de huidige invoermodule te faciliteren is er een korte procedure geschreven die aangeeft hoe deze producten precies ingevoerd moet worden. Onder de volgende kop staat deze procedure toegelicht.

Element-overstijgende producten invoeren in de NMD

Het is belangrijk om eerst vaststellen of het product inderdaad element-overstijgend is. Als hier specifieke vragen over zijn, kan er contact worden opgenomen met Stichting NMD via het vragenformulier. Is het inderdaad een element-overstijgend product kan het product op de volgende manier worden ingevoerd in de NMD:
  1. Het product wordt over meerdere verschillende milieuverklaringen (voorheen productkaart) verdeeld. Elke milieuverklaring  is hierbij gekoppeld aan een ander hoofdelement. Elke milieuverklaring is een volledig ingevulde verklaring (inclusief profielsets), maar ze mogen niet afzonderlijk gebruikt worden in een MPG-berekening. Het is ook belangrijk dat ze niet overlappen, anders wordt de milieu-impact meerdere keren gedeclareerd in het bouwwerk.
  2. De titel van de milieuverklaring moet zowel het hoofdproduct als het productonderdeel benoemd worden: ‘Product: Product-onderdeel’. Verklaringen die dus bij elkaar horen beginnen hierdoor altijd met dezelfde naam.
  3. Daarnaast moet in de titel van de milieuverklaring een symbool worden opgenomen waardoor de milieuverklaring te herkennen is als onderdeel van een element-overstijgend product: [EO].
  4. De standaard zin die in de toelichting moet worden opgenomen: ‘[EO]: Deze milieuverklaring is onderdeel van het product ….., en kan niet los worden gebruikt van de milieuverklaringen …….. Individueel gebruik van deze milieuverklaring is niet toegestaan.’

Een nadeel van deze oplossing is dat voor veel element-overstijgende producten het onwerkbaar is om een verdeling te maken over verschillende milieuverklaringen, omdat ze te veel verschillende elementen afdekken. Daarom wordt er nog gewerkt aan een structurele oplossing, die volgend jaar beschikbaar zal komen.

 NB: Het gaat hierbij dus niet om producten die in meerdere elementen kunnen vallen (welke nu als klonen worden ingevoerd in de NMD). Een voorbeeld van een product waarbij dit issue speelt is buitenbeglazing, dat zowel toegepast kan worden in de elementen ’31.2 Buitenwandopeningen; gevuld met ramen’, als ’31.3 Buitenwandopening; gevuld met deuren’ als ’31.4 Buitenwandopening; gevuld met puien’. Bij het gebruiken van de milieuverklaring voorheen productkaart buitenbeglazing in het gebouw betekent het namelijk niet dat je deze drie elementen allemaal in één keer afgedekt hebt, wat bij element-overstijgende producten wel het geval is. (Je kan de beglazing bv alleen in een deur toepassen, wat betekend dat van de drie genoemde elementen alleen ’31.3 Buitenwandopening; gevuld met deuren’ wordt afgedekt). Er wordt echter ook gewerkt aan een oplossing voor deze producten.