Woningcorporatie laat 12 damp-open woningen bouwen

Biobased bouwen in een polder

 

 

Fotografie: Niek van Engelen (Recollect Films)

‘We kunnen erover praten en schrijven, maar biobased bouwen moeten we vooral doen’, stelt duurzaamheidadviseur Henk Sleurink van woningcorporatie Mercatus in Emmeloord. En dat is precies wat de corporatie heeft gedaan. Sinds juni 2025 wonen er huurders in twaalf biobased huurwoningen in Marknesse. Henk: ‘In de toekomst hopen we op grotere schaal dit soort woningen te kunnen laten bouwen.’ En de MPG? Die is 0.48.

De woningen hebben niet alleen een nette MPG, ze zijn voor 75 procent biobased, zo berekende Davids Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau in opdracht van Mercatus.  

Henk: ‘We willen biobased bouwen met bewezen materialen met een kwaliteitsverklaring. Zoals met houtvezelisolatie, omdat die meer CO2 opneemt dan traditionele isolatiematerialen als glaswol. Ook hebben we CLT (Cross Laminated Timber) door laten rekenen, maar daarmee zouden we pas uitkomen met veertig woningen. Met houtskeletbouw kwamen we met twaalf wel uit.’ Davids gebruikte een internationale database zodat de circulariteit van bijvoorbeeld beton en hout meegewogen kon worden. Henk: ‘De woningen bevatten veel categorie 1- en categorie 2-materialen uit de Nationale Milieudatabase.’  

Steeds meer keuze in biobased 

Architect Guus Degen van ORGA Architect in Nijmegen ontwierp de twaalf woningen. 

Dit architectenbureau heeft acht medewerkers en ontwerpt enkel biobased gebouwen van zo gezond mogelijke materialen. ‘We kiezen bijvoorbeeld voor hout plaatmateriaal dat verlijmd is met een lijm die geen schadelijke stoffen bevat, want die dampen uit in het interieur. Er worden steeds betere en meer biobased producten ontwikkeld. We krijgen dus steeds meer keuze en kunnen kritisch zijn, bijvoorbeeld op de CO2-uitstoot en de hoeveelheid water die bij de productie gebruikt is.’   

Het ontwerp 

Mercatus gaf ORGA de opdracht om twee blokken van zes eengezinswoningen te ontwerpen. De huizen zijn in juni 2025 opgeleverd en staan in de Waardstraat en de Moerasstraat in Marknesse, een dorp in de gemeente Noordoostpolder. Emmeloord is de grootste kern in deze gemeente. De twee blokken zijn onderdeel van een nieuwe wijk op een locatie die voorheen weiland was. De architect liet zich inspireren door de Delftse School; de architectuur die Noordoostpolder kenmerkt. ‘Karakteristieke onderdelen, zoals een ingetogen silhouet met schoorsteen en steile daken, heb ik vertaald naar een houten, biobased variant.’ Zijn ontwerp voldeed niet aan het beeldkwaliteitsplan van de gemeente. Daarin staat dat de huizen gemaakt moeten worden van bakstenen en keramische dakpannen. Guus: ‘Maar omdat de gemeente biobased bouwen wil stimuleren en het totale concept van de architectuur in de smaak viel, kregen we toch goedkeuring voor dit ontwerp.’ 

Vroeg en nauw samenwerken 

In tegenstelling tot ‘traditionele’ bouwprojecten, kozen Mercatus en de beide aannemers ervoor om direct vanaf de start met alle betrokken partijen om de tafel te gaan. Henk: ‘Dus met zowel de architect, de installateur, de leveranciers én de aannemers. Op die manier kon iedereen zijn expertise inbrengen en waar nodig direct met oplossingen komen. Zo gaven de houtleverancier en installateur meerdere opties. Welk soort hout kan je het beste gebruiken? Welk soort installatie is geschikt en hoe verwerk je die in een houten woning? Omdat Guus ook aan tafel zat, kon hij eventueel zijn ontwerp meteen aanpassen. Als je zo nauw samenwerkt, ontstaan er ook innovatieve ideeën. Zo zitten er in de schoorsteen vleermuiskasten en liggen onder de huizen zakken om regenwater in op te vangen voor het doorspoelen van het toilet en het gebruik van de wasmachine.‘ 

Guus: ‘Deze manier van samenwerken raad ik altijd aan. Het werkte in dit project erg goed.’ Zijn ervaring is ook dat er duurzamere keuzes gemaakt worden als alle partijen vanaf het begin met elkaar praten. ‘Wij zien bijvoorbeeld vaak dat bouwers kiezen voor traditionele isolatiefolie, omdat ze dat kennen. Maar kijk naar de milieubelasting daarvan! In Marknesse laten ze zien dat biobased isolatiemateriaal minstens zo goed is.’  

Natte omgeving 

De woningen zijn niet volledig biobased. Henk: ‘We zitten hier in een polder op een voormalige zeebodem. We hebben dus te maken met een hele natte ondergrond. Als we de fundering en de begane grondvloer van hout zouden maken, is het risico op vochtschade groot. Daarom hebben we gekozen voor beton. We willen immers dat deze huizen nog heel lang meegaan.’   

Zijn ademende huizen gehorig en snel warm?  

Een andere eis van de corporatie was damp-open bouwen en het gebruik van materialen die geen nabewerking nodig hebben. Guus: ‘We hebben houtskeletbouw toegepast, met houtvezelisolatie. Bewoners zien vrijwel geen hout, maar ‘ruiken en voelen’ het wel. Ze geven aan de akoestiek heel prettig te vinden. Daar zijn wij natuurlijk blij mee.’ Bewoners melden ook dat hun huizen goed koel blijven op hete dagen. En hoe zit het met de akoestiek? Henk: ‘We hebben gekozen voor vloerverwarming op de verdieping op vloerplaten van Fermacell. Dat heeft een dempende werking.’   

Sowieso staat en valt akoestiek met de juiste detailleringen. Guus: ‘We moesten twee uitdagingen oplossen in de woningscheidende wand; de geluidsoverdracht en brandveiligheid. We hebben gekozen voor een principe dat we vaak toepassen; een spouwmuur maken zodat elke woning een eigen draagconstructie heeft.’ Ook buiten wil Mercatus zo min mogelijk geluid produceren. Henk: ‘Daarom hebben we gekozen voor warmtepompen met alleen een binnen-unit.’  

Houten gevels 

De gevels bestaan uit thermisch gemodificeerd hout dat niet geïmpregneerd is. Een deel van de gevels is van vurenhout, een deel van Dabé Noir, een Afrikaanse houtsoort van loofbomen. Op de daken ligt Frakéhout uit West-Afrika. Guus: ‘Deze houtsoorten hebben een zeer hoge duurzaamheidsklasse. Het ontwerp is strak, met weinig overstekken zodat het hout egaal zal vergrijzen.’ Het gevelhout komt van ver. Hoe duurzaam is dat? Guus: ‘Europees eikenhout is veel duurder onder andere doordat de verwerking meer kost. En qua uitstoot maakt het weinig uit of je hout in bulk per schip vervoert of het per vrachtwagen uit Oost-Europa haalt. Bovendien is de thermische behandeling op schone energie gedaan. Dat is veel beter dan met elektriciteit opgewekt in een kolencentrale. Materiaalkeuze is altijd een lastige puzzel als je biobased bouwt. Laat je daar niet door tegenhouden.’

Aanleg tuinen; geen tegelvelden 

Mercatus wil niet alleen duurzame biobased woningen bouwen. De corporatie wil met het project Marknesse ook iets voor de directe omgeving doen. Dus zijn deze huizen ‘aangesloten’ op een wadi en is veel bestrating waterdoorlatend. En de corporatie stimuleert de huurders van deze twaalf woningen om hun tuinen niet vol te tegelen om zo bij te dragen aan de biodiversiteit en hittestress te voorkomen. Henk: ‘In de kruipruimte onder elk huis ligt een zak van twee kuub waarin hemelwater wordt opgevangen. Met dit water spoelen bewoners het toilet door en doen ze de was. Overtollig water wordt afgevoerd naar een wadi.’ De huurders hebben een intentieverklaring getekend waarin ze beloven vooral voor groen te kiezen. ‘Wij hebben gezorgd voor haagjes als erfafscheiding.’ Daarnaast helpt Mercatus huurders op weg met tips over planten, aanleg van paden (met bijvoorbeeld houtsnippers of waterdoorlatende tegels) en onderhoud. De paden en een pleintje die aangelegd zijn door de corporatie zijn van waterdoorlatende tegels. ‘Op de schuurtjes liggen sedumdaken, elke schuur heeft een insectenhotel en de brievenbussen zijn gemaakt van resthout dat overbleef na het op maat zagen van onder andere de gevelbekleding.’

Biobased bouwen binnenkort concurrerend op prijs      

Tot slot geven Henk en Guus een aantal tips. Henk: ‘Ik raad corporaties die ook biobased willen bouwen aan om alle partijen in een vroeg stadium bij elkaar te zetten.’ Hij zou graag zien dat biobased bouwmaterialen goedkoper worden. ‘Dat zal biobased bouwen aantrekkelijker maken. Biobased woningen zijn nu duurder om te bouwen dan traditionele huizen.’ Guus ziet desondanks een toename in biobased bouwen. ‘Wij ontwerpen al vijftien jaar alleen maar biobased en zien een opschaling in de markt. Steeds meer en grotere partijen gaan met biobased bouwprojecten aan de slag.’ Voor het drukken van de kosten heeft hij ook tips. ‘Ga voor zoveel mogelijk prefab elementen en modules. Daarmee kun je redelijk concurrerend bouwen. En kies dan ook voor biobased isolatiemateriaal in plaats van voor traditionele stoffen. Want deze bieden veel voordelen, zoals een aangenamer binnenklimaat doordat een woning kan ademen. Dit soort materialen zijn sinds enkele jaren ook bij bouwmarkten verkrijgbaar. Dat is een mooie ontwikkeling.’

Opdrachtgever Mercatus
Architect Guus Degen (ORGA Architect)
Aannemers Mateboer Bouw en Salverda
Constructeur Alferink van Schieveen
Adviseur energie, brand en bouwfysica Peter Davids - Davids Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau
Prefab elementen Ter Harmsel Timmerfabriek
Leveranciers houten gevel en dak Jongeneel en Houthandel Van Dam
Installateur Van der Sluis
Provincie Flevoland gaf subsidie voor het energie-, brand- en bouwfysisch advies
Het fundament voor duurzame bouw