digiGO
Op 16 oktober 2024 heeft de Stichting NMD het digiGO bestuursakkoord ondertekend. Binnen beleidsmaatregel 10 van dit akkoord is Stichting NMD de trekker van submaatregel 10.5. Hiervoor zijn na inventariserende gesprekken 4 digideals opgezet, om zo de bouwsector met milieudata te ondersteunen bij het maken van duurzame keuzes.
Stichting NMD werkt binnen digiGO aan betere digitale samenwerking in de bouwsector. Met het Bestuursakkoord digiGO hebben zo’n 40 partijen afgesproken om data in de gebouwde omgeving uniform en betrouwbaar uit te wisselen. NMD trekt hierin submaatregel 10.5, gericht op het beschikbaar maken en toepassen van milieuproductdata. Dit gebeurt via vier digiDeals, waarin samen met partners wordt gewerkt aan concrete oplossingen om milieudata breder en praktischer inzetbaar te maken.
Op 16 oktober 2024 tekende Stichting NMD het Bestuursakkoord digiGO, waarin ongeveer veertig partijen uit de sector zich hebben verbonden aan het standaardiseren en uitwisselen van data in de gebouwde omgeving.
Het akkoord richt zich op uniforme en betrouwbare data-uitwisseling in processen zoals ontwerpen, vergunnen, bouwen en beheren. Door milieuprestatiedata van bouwmaterialen beschikbaar te maken, ondersteunt Stichting NMD de sector bij het maken van duurzame keuzes.
Binnen beleidsmaatregel 10, Digitale uitwisseling van milieuproductdata, voert NMD de regie over submaatregel 10.5. Via pilots en samenwerkingen wordt onderzocht hoe de data van NMD breder en beter ingezet kan worden. Hiervoor zijn vier digiDeals opgezet die samen zorgen voor praktische toepassingen van milieudata in de bouwsector.
digiDeals
Binnen submaatregel 10.5 zijn vier digiDeals opgezet om verschillende vraagstukken rondom milieudata in de bouwketen concreet aan te pakken.
Overzicht van de vier digiDeals:
- Ondersteunen ontwerpproces met milieudata – Milieudata beschikbaar maken in de vroege ontwerpfase, zodat keuzes (mede) kunnen worden gemaakt op basis op milieu-impact.
- Beschikbaarheid en ontsluiting op ETIM decompositieniveau – Milieudata koppelen aan de ETIM-standaard, zodat producten via uniforme classificaties vindbaar en koppelbaar zijn.
- Op weg naar een MPG met niet-Nederlandse EPD – Internationale EPD’s bruikbaar maken binnen de Nederlandse milieuprestatieberekening.
- Ontsluiten van "doorsnedes" van milieudata op productniveau – Deelverzamelingen van milieudata gecontroleerd beschikbaar stellen, zodat gebruikers precies de data krijgen die nodig is.
Het doel van digiDeal 1. Ondersteunen ontwerpproces met milieudata is om ervoor te zorgen dat ontwerpers, zoals architecten en adviseurs, al in de vroege fasen van het ontwerpproces direct toegang hebben tot milieudata. Deze data kan geaggregeerd of op passend detailniveau beschikbaar worden gesteld, zodat de milieu-effecten van ontwerpkeuzes vanaf het begin kunnen worden meegenomen.
Een belangrijk knelpunt hierbij is dat in vroege fasen van een ontwerp de detaillering vaak laag is, waardoor veel gegevens ontbreken of nog onzeker zijn. Er moet daarom een balans gevonden worden tussen de beschikbaarheid van data en de precisie of onzekerheden die daarbij horen. Daarnaast moeten technische koppelingen, bijvoorbeeld via API’s en DSGO-diensten, en de autorisatie goed worden ingericht, zodat helder is wie welke data mag inzien.
De aanpak bestaat onder meer uit het ontwikkelen van een API waarmee ontwerpsoftware relevante milieudata kan opvragen. Door middel van aggregatiefuncties en interpolaties kan ook met beperkte gegevens al een bruikbaar indicatief milieubeeld worden geboden. Verder wordt gewerkt aan een autorisatiemodel, zodat data-eigenaren controle houden over wie welke data kan ophalen. Tot slot worden pilotprojecten ingezet om praktijkervaring op te doen en de werking te testen.
De verwachte resultaten zijn dat ontwerpers sneller en milieugerichter beslissingen kunnen nemen. Dit leidt tot minder fouten en minder herwerk, omdat milieuaspecten niet pas in een later stadium hoeven te worden geverifieerd.
digiDeal 2. Beschikbaarheid en ontsluiting van milieudata, heeft als doel milieudata te koppelen aan de ETIM-standaard, inclusief decompositieniveaus. Hierdoor worden producten via uniforme classificaties vindbaar en uitwisselbaar in ontwerp- en calculatiesystemen.
Een van de uitdagingen is dat de huidige NMD-data niet altijd gestructureerd is volgens de lagen en decomposities van ETIM. Ook bestaan er verschillen in granulariteit en detailniveau van producten tussen leveranciers. Daarnaast moet de mapping tussen productdata, NMD-gegevens en het ETIM-kader eenduidig en gestandaardiseerd worden uitgevoerd. Tot slot is het beheer van updates, inconsistenties en versies van producten een belangrijke opgave.
De aanpak richt zich op het ontwikkelen van mappings en vertalingen tussen NMD-productdata en ETIM-IDs. Ook wordt gewerkt aan harmonisatie van de data-invoer door producenten, zodat ETIM-classificaties daadwerkelijk gebruikt kunnen worden. API’s en diensten maken het mogelijk om op basis van een ETIM-ID direct de juiste milieudata te leveren. Verder worden validatieregelsets en kwaliteitscontroles ontwikkeld om de classificaties en mappings betrouwbaar te houden.
De verwachte resultaten zijn dat ketenpartners via standaard ETIM-opzoekingen eenvoudig milieu-informatie kunnen ophalen. Dit verkleint de kans op handmatige fouten en conversies die ontstaan door verschillen in classificaties. Bovendien verbetert dit de interoperabiliteit tussen verschillende softwarepakketten in de sector.
Het doel van digiDeal 3. Op weg naar een MPG met niet Nederlandse EPD, is om internationale milieuproductverklaringen (EPD’s) bruikbaar te maken binnen het Nederlandse stelsel van milieuprestatie (MPG). Op die manier kunnen meer producten betrokken worden, zonder dat er uitsluitend met Nederlandse EPD’s gewerkt hoeft te worden.
Een belangrijk knelpunt is dat er aanzienlijke verschillen bestaan in rekenmethodes, impactcategorieën, systeemgrenzen en gegevensspecificaties tussen landen. Daarnaast moet worden gewaarborgd dat de inzet van buitenlandse EPD’s consistent, betrouwbaar en transparant verloopt. Hiervoor zijn richtlijnen nodig over conversie, validatie en steekproeven. Ook moet de integratie met DSGO-diensten binnen NMD goed worden ingericht.
De aanpak bestaat uit het ontwikkelen van conversieregels en correctiefactoren waarmee buitenlandse EPD’s geschikt gemaakt kunnen worden voor het Nederlandse systeem. Daarnaast komt er een validatieproces en kwaliteitsborging, bijvoorbeeld via peer reviews en audits. Er wordt gewerkt aan een acceptatiekader en richtlijnen die duidelijk maken welke EPD’s toelaatbaar zijn. Tot slot worden diensten en API’s ontwikkeld waarmee de import en het gebruik van buitenlandse EPD’s geautomatiseerd kan worden.
De verwachte resultaten zijn een grotere keuzevrijheid in producten, omdat niet alleen Nederlandse bronnen meer gebruikt hoeven te worden. Dit versnelt de transitie naar duurzamere producten en zorgt voor een betere aansluiting op Europese ontwikkelingen en regelgeving.
De vierde digiDeal, ontsluiten van doorsnedes van milieudata op productniveau, richt zich op het gecontroleerd beschikbaar maken van specifieke deelverzamelingen of doorsnedes van milieudata per product. Dit kan bijvoorbeeld gaan om subsets per impactcategorie of per levenscyclusfase, zoals klimaatimpact of een specifieke module van de LCA. Het doel is om gebruikers precies de data te geven die zij nodig hebben, terwijl data-eigenaren de regie behouden.
Een knelpunt hierbij is de complexiteit van het beheren van verschillende doorsnedes en versies van data. Ook moet een duidelijk rechten- en autorisatiemodel worden opgezet dat bepaalt welke gebruiker welke subsets mag inzien. Verder moet de technische infrastructuur, zoals API’s en datadiensten, flexibel genoeg zijn en goed presteren bij veel aanvragen. Synchronisatie en performance zijn daarom belangrijke aandachtspunten.
De aanpak bestaat uit het ontwikkelen van datadiensten en API’s waarmee gebruikers specifieke queries kunnen uitvoeren. Een autorisatiemodule wordt gekoppeld aan de data-eigenaar, zodat die controle houdt over de toegang. Daarnaast worden caching en aggregatiefuncties ingezet om de prestaties te verbeteren. In pilotcases wordt dit getest in praktijktoepassingen, bijvoorbeeld bij gebruik in bepalingsmethodes of toetsingssoftware.
De verwachte resultaten zijn dat gebruikers, zoals adviessoftware en rapportagetools, precies de benodigde data kunnen opvragen zonder overbodige informatie. Dit maakt het gebruik efficiënter en transparanter. Tegelijkertijd behouden data-eigenaren vertrouwen doordat zij de regie houden over hun gegevens.
Na de ondertekening van het Bestuursakkoord digiGO in oktober 2024 is Stichting NMD gestart met de voorbereiding van de uitvoering. In de eerste helft van 2025 zijn meer dan dertig partijen uit de sector betrokken bij inventariserende gesprekken. Op basis van deze input zijn vier digiDeals geformuleerd, elk met een eigen focus en werkgroep.
In de zomer van 2025 zijn de zogenoemde “digiDeal in a Day”-sessies gehouden. Tijdens deze bijeenkomsten werd met alle betrokkenen gewerkt aan de eerste projectinitiatie-documenten en zijn waardevolle inzichten verzameld over rollen, belangen en verwachtingen.
Na een feedbackronde zijn de documenten verder aangescherpt. Op 17 september 2025 worden de vier digiDeals gelijktijdig ondertekend. Daarmee start de uitvoeringsfase, waarin de afspraken worden omgezet in concrete toepassingen.
De eerste resultaten worden eind 2025 verwacht. Vanaf 2026 staat de opschaling centraal: de lessen en oplossingen uit de digiDeals worden verder ingebed in de keten, zodat digitale samenwerking rondom milieudata de norm wordt in de bouwsector.
Meer lezen