Vijf vragen aan

Jelle Bluemink

Stichting Nationale Milieudatabase (NMD) bestaat vijf jaar. De stichting is in 2020 opgericht, maar het werk aan milieudata voor de bouw gaat al veel langer terug: Stichting NMD is voortgekomen uit Stichting Bouwkwaliteit (SBK), die vanaf 2011 de basis legde voor het huidige stelsel. 

woensdag 3 december 2025

5 jaar Stichting NMD!

We hebben in de afgelopen 5 jaar veel bereikt en er is veel veranderd. We zijn flink gegroeid en er zijn grote stappen gemaakt om circulair bouwen een realiteit te kunnen maken. Zo komen we steeds dichter bij een duurzame leefomgeving. Voor ons en voor de toekomst.

Bij deze ontwikkelingen en de groei van Stichting NMD zijn er meerdere mensen nauw betrokken geweest. Over een periode van 10 weken delen we de perspectieven van 10 van deze mensen door middel van een kort interview met 5 vaste vragen. Zo delen we 10 perspectieven op 5 jaar Stichting NMD.

Deze week stellen we vijf vragen aan Jelle Bluemink.

Jelle Bluemink is hoofd Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit bij het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Vanuit deze rol houdt hij zich bezig met de ontwikkeling en uitvoering van beleid rondom bouwkwaliteit, milieuprestatie en duurzaam bouwen. Met zijn ervaring aan de beleidskant van de bouwsector draagt hij bij aan de verdere professionalisering en verankering van duurzaamheids- en kwaliteitskaders binnen Nederland.

1. Hoe bent u voor het eerst in aanraking gekomen met Stichting NMD?

Mijn eerste kennismaking met Stichting NMD was met Jan-Willem Groot in een teams-overleg in de nadagen van de Coronaperiode. Hij nam mij op enthousiaste wijze mee in de wondere wereld van de milieuprestatie gebouwen. Later hebben we dit bij het ministerie dunnetjes overgedaan, waarbij ook Paul ten Kroode aanwezig was.

2. Wat is in uw ervaring het meest veranderd in uw werk of in de sector in de afgelopen 5 jaar?

De aandacht voor milieu- en klimaat. Ik vervul bijna 4 jaar de functie van hoofd bouwregelgeving en bouwkwaliteit bij het ministerie van VRO. In die tijd heb ik vanaf eind 2022 veel aandacht besteed aan de beleidsvragen over de milieuprestatie gebouwen.

Allereerst koersten we af op een aanscherping van de eis voor de milieuprestatie voor woningen naar 0,5 en zouden en passant ook de utiliteitsbouw voorzien van een wettelijke eis én de herziening van de Bepalingsmethode. Het wetsvoorstel lag medio 2024 in het parlement voor ter behandeling. Medio 2025, n.a.v. het advies van adviescommissie STOER, is mede op basis van de Woontop besloten de aanscherping van de eis voor woningen niet door te zetten. De weging van de effecten van de aanscherping op de woningbouwopgave sloeg negatief uit. Wel is de verbreding naar utiliteitsbouw doorgevoerd evenals de scherpere eis voor kantoren en de aanwijzing van de herziene bepalingsmethode. Deze treden naar alle waarschijnlijkheid 1 juli 2026 in werking.

Dit beleidsproces kende hoge pieken en diepe dalen, waarbij een paar keer de deadline moest worden verschoven. Het instrument MPG kent enthousiaste voorstanders kent maar ook diverse critici. Deze beide op één lijn brengen was een ingewikkeld proces.

3. Welke verandering of ontwikkeling zou u graag nog zien?

Het bevorderen van eenheid van taal in de bouwsector. Het valt mij op dat partijen en organisaties in de sector werken met verschillende methoden, definities, uitleg en handelingsperspectieven. Vanuit de wet gezien zijn private methoden, definities of perspectieven niet verboden, maar ze veroorzaken wel de nodige ruis.

Het ware verstandiger dat de gehele bouwsector schaart achter de bepalingsmethoden, demarcaties en definities zoals door Stichting NMD wordt ontwikkeld en beheerd. Dat scheelt veel overleg, afstemming en onduidelijkheden. Dat betekent dat de sector Stichting NMD die rol ook moet gunnen en het niet probeert beter te weten.

4. Waar bent u trots op dat u samen met Stichting NMD heeft bereikt?

De samenwerkingsovereenkomst Rijk-NMD. Samen met het ministerie van I&W hebben we in 2024 gewerkt aan een overeenkomst, zodat vanuit het Rijk de financiering van de NMD mogelijk bleef. Hiertoe zijn diverse stappen gezet en afspraken gemaakt. Hoewel dit voor Stichting NMD, I&W en mij nieuw terrein was, zijn we er toch met externe hulp in geslaagd de samenwerking te bestendigen de komende jaren.

5. Waar ziet u Stichting NMD over 5 jaar?

De stichting zal zich blijven doorontwikkelen. Met de komst van een nieuw instrument op het terrein van het klimaatbeleid in de gebouwde omgeving, i.c. de WLC-GWP, zal het werkterrein van Stichting NMD worden uitgebreid. Het moet de plek in Nederland worden waar alle ontwerpers en bouwers hun milieu- en klimaatdata halen. En daarbij zie ik in Stichting NMD een organisatie die werkt op basis van operational excellence.

Dit interview is onderdeel van een reeks. Over een periode van tien weken publiceren wij elke donderdag een nieuw interview.

Bekijk alle interviews op onze lustrum pagina

Het fundament voor duurzame bouw