Conferentie: hoe zorgen we samen voor meer milieudata van installaties in de NMD?
Verslag conferentie Milieudata van installaties in de NMD - 6 maart 2025
Installaties vormen 25% tot 40% en in sommige gevallen wel 50% van de milieu-impact van een gebouw, maar veel milieudata over installaties ontbreken nog in de NMD. Op donderdag 6 maart kwamen fabrikanten, installateurs, architecten, ontwerpers, adviseurs, aannemers, beleidsmakers en LCA-deskundigen bij elkaar om het gesprek hierover aan te gaan. Wat is het nut en de noodzaak om milieudata van installaties vast te leggen in de NMD? Welke milieudata hebben we al, welke nog niet? Hoe pak je het verzamelen van data aan en hoe ga je ermee om als je daarbij obstakels tegenkomt? De conclusie: het is complex, maar wat je ook doet, ga met het verzamelen van milieudata aan de slag. Samenwerking tussen alle betrokken partijen is daarbij key.
De Stichting Nationale Milieudatabase organiseerde deze conferentie samen met Techniek Nederland, FME, Dutch Green Building Council, Greenworks en RVO.
Volle zaal, hele keten aanwezig
Dat het thema milieudata leeft in de installatiebranche, daarover bestaat geen twijfel. In de grote zaal in het Bouwhuis in Zoetermeer moeten vlak voor de start van de conferentie stoelen worden bijgeplaatst om iedereen een plek te geven.
Dat daarbij ook de hele keten vertegenwoordigd is, blijkt als dagvoorzitter Yvette Watson dit aan het begin van de bijeenkomst aan de aanwezigen vraagt. Fabrikanten, installateurs, architecten, ontwerpers, adviseurs, aannemers, beleidsmakers en LCA-deskundigen, bij elke schakel in de keten gaan handen de lucht in.
Mooi en belangrijk, want het doel van deze conferentie is onder andere in gesprek gaan met elkaar. Dat blijkt in de loop van de ochtend goed te lukken. De grote variëteit aan sprekers en aanwezigen zorgt voor een brede belichting van het onderwerp, goede en scherpe vragen, eerlijke antwoorden en wederzijdse motivatie en inspiratie.

Europese harmonisatie
Terug naar de start van de bijeenkomst. Na de aftrap door Yvette Watson, heet Coen van de Sande (directeur NVKL) de aanwezigen welkom. Hij grijpt het moment direct aan om een thema aan te kaarten dat vaker ter sprake zal komen deze dag: de Europese harmonisatie van standaarden en regelgeving.
Voor fabrikanten die hun producten in meerdere landen verkopen, is het een obstakel dat in de verschillende landen andere eisen worden gesteld aan de data. Een levenscyclusanayse (LCA) laten maken kost tijd en geld en de Nederlandse milieuverklaring die daar nu uit voortkomt, kan niet worden gebruikt in andere landen (en andersom).
In de woorden van Coen: “We willen graag aan de doelstellingen van het klimaatakkoord en de richtlijnen voor circulariteit voldoen, maar dat is lastig als we in elke EU-lidstaat door een ander hoepeltje moeten springen. Europese harmonisatie van standaarden en regelgeving is belangrijk. Dat gaat tijd en kosten besparen en maakt de databron groter en daarmee waardevoller.”
In de zaal wordt hier instemmend op gereageerd. Later zullen John Drissen (NMD) en Dirk Breedveld (ministerie van VRO) toelichten hoe ver dit traject nu gevorderd is. Europese harmonisatie is een complex proces, maar iedereen is doordrongen van het belang ervan, er wordt hard aan gewerkt en de tijdlijn hierin is steeds concreter.


License to operate
Het woord is dan aan Gerhard Hospers van Greenworks voor de eerste presentatie. Hij benoemt concreet een van de nadelen van het huidige gebrek aan milieudata van installaties. Doordat er nog weinig exacte data zijn (CAT 1) wordt nu vaak gerekend met generieke data (CAT 3). Die data zijn echter niet nauwkeurig en omdat ze ongetoetst zijn, krijgen deze verklaringen een toeslag van 30%. Dat is nadelig voor de milieu-impact van installaties, want die neemt daardoor in de berekeningen toe. Gaan fabrikanten investeren in categorie 1-data, dan neemt die impact af.
Daar komt bij: inzicht in de milieu-impact van je producten helpt je bij je bedrijfsstrategie. Je krijgt inzicht in hoe je verder verduurzaamt en kan aantoonbaar aan afnemers laten zien hoe duurzaam je al bent. En dat laatste is zeer relevant, want steeds meer afnemers vragen hier – mede gestimuleerd door de CSRD - om. "Zorg dat je tijdig de finale haalt en investeer in LCA’s. Dat is geen license to go meer, het is een license to operate.”
Tussen de presentaties door is steeds even tijd voor vragen uit de zaal. Een van die vragen gaat over de enorme hoeveelheid data die de installatiebranche al heeft via de ETIM-standaarden en onder andere 2BA. Er is misschien een tekort aan milieudata van installaties in de NMD, maar aan data geen gebrek. Kan die data niet uitgewisseld worden? “Ontsluit al die data, al is het maar voor de CSRD.” Ook hier wordt branchebreed aan gewerkt is het antwoord, onder de paraplu van digiGO.


Langetermijn samenwerking nodig
De volgende spreker is Baris Can Düzgün, adviseur duurzaamheid bij BAM. Hij licht de duurzaamheidsstrategie toe van BAM en kan op basis van hun bedrijfsdata laten zien dat techniek voor BAM in de top 3 staat van meest impactvolle inkoopcategorieën. Beter inzicht in de milieu-impact van de component techniek is voor BAM dan ook heel belangrijk. Om op projecten betere keuzes en integrale ontwerpafwegingen te maken en om als beursgenoteerd bedrijf transparant te kunnen rapporteren.
“Wij dagen onze partners en opdrachtgevers uit om samen te bouwen aan een duurzame toekomst. Onze vraag is dan ook: wat hebben jullie van ons nodig om goede milieudata aan te leveren?”
Op die vraag komt direct uit de zaal een antwoord. "Wat we onder andere nodig hebben is business cases. Wanneer en hoe jullie als hoofdaannemer keuzes maken tussen product A en B. Zodat wij een business case hebben voor het opstellen van een LCA.”
Baris geeft aan dat het lastig is om concreet te maken waarop wordt gegund. Prijs is van origine de drijver, maar de relatie is hierin ook heel belangrijk geworden, evenals hoe een partij bezig is met het verduurzamen van haar producten en bedrijf.
Danny van Rij-Roks van Walraven - hij zal later ook spreken - vult daar vanuit de zaal op aan dat het in de contractvorming helaas nog steeds vooral gaat over de prijs. “We hebben vertrouwen en langetermijn samenwerking nodig.”
Baris beaamt dit. “Je hebt gelijk.” Het geeft aan dat de praktijk nog weerbarstig is. De branche voelt de urgentie en er is absoluut motivatie om verder te verduurzamen en met milieudata aan de slag te gaan, dat laten de vragen en opmerkingen uit de zaal wel zien. Het hóe, daar zitten nog de uitdagingen. Later op de dag zullen daar in de praktijkcases die tijdens deze conferentie besproken worden al wat antwoorden op komen.

Witte Vlekken
De volgende sprekers zijn John Drissen (NMD) en Jeannette Levels (LBP|SIGHT). Zij vertellen over de verschillende ontwikkelingen in de Nederlandse en Europese regelgeving en hoe wordt gewerkt aan harmonisatie. Ook de Vergoedingsregeling Witte Vlekken wordt toegelicht.
Producenten van bouwproducten en -materialen kunnen een vergoeding aanvragen voor het laten maken van een LCA. Het doel van deze vergoedingsregeling: het aantal categorie 1- en -2 milieuverklaringen in de NMD vergroten. Producenten worden hiermee dus ondersteund bij de kostenbarrière van het (laten) maken van een LCA.
Ook hier blijkt tijdens de vragenronde dat er verbindingen ontstaan. De kosten komen tijdens deze vragenronde nog eens aan de orde. Als je 60.000 producten in je assortiment hebt en in 100 landen actief bent, hoe kun je dan ooit al die producten met milieudata beschikbaar maken in de NMD? Ook al zie je het nut en de noodzaak van die milieudata, dat kost veel te veel tijd en geld. Hoe kunnen de data die er wel al in overvloed zijn, dan wel worden gedeeld en beschikbaar worden gesteld?
John kan hierop antwoorden dat bij de NMD wordt gewerkt aan een pilot waarin wordt ingezoomd op het rekenen met categorie 3-data. “We nemen jullie input daar graag in mee.”; aldus John Drissen.
Een opmerking over de aandacht voor W-installaties versus E-installaties kan eveneens op steun rekenen uit de zaal. Daar zou meer nuance in aangebracht moeten worden, met meer specifieke aandacht voor de E-installaties. Het laat zien dat het goed is dat het gesprek over milieudata van installaties wordt gevoerd en dat dit gesprek na de conferentie een structureel vervolg moet krijgen. Voor zo’n complex onderwerp als milieudata van installaties moet je met elkaar om de tafel gaan en blijven.


Ontwikkelingen in Europa
Het woord is hierna aan Dirk Breedveld van het ministerie van VRO. Hij gaat nog dieper in op de regelgeving vanuit Europa. Hier komt ook de vraag terug die helemaal aan het begin van de conferentie al aan de orde kwam: hoe zit het met de Europese harmonisatie?
Dirk kan vertellen dat de Europese harmonisatie nog tijd kost en door de complexiteit nog niet zo snel gaat als we zouden willen, maar dat dit geen remmende factor moet zijn om met milieudata aan de slag te gaan. “Nu milieudata verzamelen is geen verloren arbeid. Wat er ook gaan gebeuren in Europa, alles wat je hebt blijft zeer bruikbare informatie.”
Uit de zaal komt daarop een vraag over Product Category Rules (PCR). Dat onduidelijkheid over de categorisering van producten vaak een obstakel vormt om van verzamelde milieudata een categorie 1-verklaring te maken.
Daarop ontstaat een gesprek over wie verantwoordelijk is voor het maken van die PCR’s. Dat is toch vooral de sector zelf, is de conclusie. Onafhankelijke partijen zoals de NMD kunnen hierin wel ondersteunen door richting fabrikanten meer duidelijkheid te creëren over waaraan een LCA moet voldoen als er nog geen PCR is. Weer die samenwerking dus, elkaar opzoeken. Dat is duidelijk een terugkerend thema deze dag.
Circulaire Routekaart Klimaatinstallaties
De laatste presentatie van het plenaire gedeelte is van Atze Boerstra van de TU Delft. Hij neemt de zaal mee in de toekomst van installaties en circulariteit. Vroeger ging het bij het ontwerpen van installaties over energiegebruik, kosten en comfort. Nu gaat het over energiegebruik, kosten, comfort en materialisering.
Hoe stimuleren we met het groeiende tekort aan grondstoffen hergebruik en circulariteit? Hoe brengen we de levensduur van installaties van de huidige 10-15 jaar naar 25-30 jaar? 20 Maart presenteert Atze hiervoor de Circulaire Routekaart Klimaatinstallaties (Cki).
Panelgesprek praktijkervaringen
Het plenaire gedeelte van de conferentie wordt afgesloten met een panelgesprek tussen Madelon Voorhoeve van ORCON, Danny van Rij-Roks van Walraven en Marijn Beekman van de Vereniging van Warmtepompen. Zij vertellen over hun eigen ervaringen met het verzamelen van milieudata. Waarom ze het doen: vanuit intrinsieke motivatie en om inzicht te krijgen in kansen voor verdere verduurzaming en productontwikkeling. En hoe ze het doen: in gesprek gaan met je eigen leveranciers, de interne organisatie continu meenemen in het waarom en gewoon beginnen.
Gebruik de kracht van samenwerking
Het is een waardevolle ochtend gebleken, zo blikt ook directeur van Stichting NMD Jan Willem Groot terug. Met een hoge opkomst, veel goede vragen en opmerkingen en concrete nieuwe verbindingen tussen mensen.

Deelsessie 1: Lessen uit de praktijk
De verdieping tijdens de deelsessies voegt hier nog extra waarde aan toe. Zoals in de deelsessie Lessen uit de praktijk, waarin organisaties die in de NMD al een milieuverklaring voor categorie 1- en 2-data hebben vastgelegd, vertellen over hun ervaringen. Hoe ziet zo’n traject eruit? Wat hebben zij in de praktijk geleerd?
In de woorden van Danny van Rij-Roks van Walraven. “Wat bij ons vooral is blijven hangen is het belang van boerenverstand. Ja, er zijn heel veel regels en ja het is soms complex. Wij kregen in het begin niet eens inzicht in de energiekosten van onze fabriek in Tsjechië. Maar waar het op neerkomt is dat we goed willen zijn voor Moeder Aarde. Deel dat verhaal, ga met elkaar in dialoog, bouw aan relaties, begin gewoon en gebruik de kracht van samenwerking om verder te komen.”
Deelsessie 2: Rekenen met categorie 3-data
Ruben Zonnevijlle (DGBC), Jeannette Levels (NMD), David Anink (W/E Adviseurs) en Nicoline Opbroek (NMD)
Deze sessie gaf de deelnemers inzicht in waar de NMD mee bezig is met de categorie 3-milieuverklaringen: in algemene zin en specifiek voor installaties. Welk onderzoek is er al gedaan in het prioriteren van installaties voor milieuverklaringen om zo goed en volledig mogelijk te kunnen rekenen? Na de presentatie was er ruimte voor het beantwoorden van vragen vanuit met name gebruikers van milieuverklaringen.
LBP, W/E Adviseurs en Lifecyclevision hebben een advies over bouwwerkinstallaties opgesteld inclusief Excel-documenten met inventarisaties
Deelsessie 3: Routekaart Circulaire Klimaatinstallaties
Thomas Wellink (RVO), Olaf Oosting en Atze Boerstra (TUDelft)
Tijdens deze sessie is uitgebreid gesproken over de toekomstvisie, de huidige praktijk en de stappen die nodig zijn om de gewenste ontwikkeling te realiseren. De directe aanleiding was de Routekaart voor Circulaire Klimaatinstallaties, waarvan de publicatie gepland staat voor 20 maart. Er werd benadrukt dat opdrachtgevers een actieve rol kunnen en zouden moeten pakken in de opdrachtverlening om zo de voortgang te versnellen en de impact te vergroten. Daarnaast kwam naar voren dat internationale harmonisatie essentieel is. Om aansluiting te vinden bij Europese ontwikkelingen, is het belangrijk dat de Nederlandse inbreng goed georganiseerd wordt. De samenwerking binnen de sector werd eveneens besproken, waarbij duidelijk werd dat het vergroten van kennis en bewustwording alleen effectief kan plaatsvinden als partijen beter samenwerken en informatie gedeeld wordt. Tot slot werd de behoefte aan eenduidige definities benoemd. Heldere en uniforme termen zijn noodzakelijk om misverstanden te voorkomen en efficiëntie te bevorderen.
Meer informatie

Orcon HRC en OptiAir balansventilatie
Sinds januari 2024 staan twee balansventilatiesystemen met warmte en koude terugwinning van het merk Orcon met categorie 1-data in de NMD. We spraken erover met Madelon Voorhoeve, voorheen directeur van Orcon, nu duurzaamheidsambassadeur voor het bedrijf.

Milieuverklaringen van warmtepompen in de NMD
In dit interview vertelt Marijn Beekman van de Vereniging Warmtepompen hoe fabrikanten van warmtepompen de handen ineensloegen en samen milieuverklaringen opstelden voor 34 verschillende typen warmtepompen
Lees meer



