EIB: industrieel bouwen vooral geschikt voor uitleglocaties

Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) is industrieel bouwen vooral geschikt voor uitleglocaties. Dat is de belangrijkste conclusie van onderzoeksrapport ‘Industrieel Bouwen en de bouwarbeidsmarkt’. De onderzoekers van het EIB stellen dat industrieel bouwen voor hooguit 15% invulling kan geven aan de vraag naar permanente nieuwe woningen.

maandag 22 mei 2023

Industrieel bouwen en de bouwarbeidsmarkt

Het rapport onderkent de voordelen van industrieel bouwen. Het is goedkoper en sneller. De onderzoekers gaan ervanuit dat door het bouwen in de fabriek van modules of de elementen en die op de bouwplaats aan elkaar te koppelen, de totale bouwkosten tot wel 8% kunnen worden verminderd. Met name op de arbeidskosten kan flink worden bespaard. (De arbeidskosten kunnen tot 35% teruglopen, maar daar staat tegenover dat er een grote kapitaalinjectie nodig is om de productie te robotiseren.) En er zijn meer voordelen. De bouwtijd wordt aanzienlijk verkort, de faalkosten worden verminderd, de technische kwaliteit kan worden geperfectioneerd, de arbeidsomstandigheden zijn in de fabriek beter dan op de bouwplaats en bij een schaarse arbeidsmarkt is de afhankelijkheid van arbeid minder groot. Ook duurzaamheid en circulariteit hebben baat bij de industriële bouwwijze. Immers, in de fabriek is losmaakbaarheid een logisch uitgangspunt, kunnen biobased materialen zorgvuldig worden aangebracht, zijn de snijverliezen beperkt en komt afval eerder in aanmerking voor hergebruik.

Ondanks deze voordelen stellen de onderzoekers dat industrieel vervaardigde woningen slechts in beperkte mate toepasbaar zijn. “Voor kleine projecten tot 20 woningen en bij hoogbouw (meer dan vijf woonlagen) laat industrieel bouwen zich technisch of financieel niet goed toepassen. Hiermee blijft de helft van de nieuwbouwwoningen al buiten bereik.” 

Het EIB gaat ervan uit dat 74% van de woningbouwplannen binnenstedelijk worden gesitueerd en daarvan is bijna een derde aan te merken als een ‘klein project’ (minder dan 20 woningen). Bij kleine projecten in de stad worden vaak eisen aan het ontwerp gesteld (vanwege de inpassing aan de omgeving of vanwege wensen van de private kopers) die indruisen tegen het geprefabriceerde karakter van het bouwproduct. Bovendien vormt de aanvoer van grote elementen en modules veelal een groot probleem in de binnensteden. Bij uitleglocaties buiten of aan de rand van de stad is de logistiek minder problematisch.

De conclusie van het rapport is dat het grootste potentieel voor toepassing van industriële woningbouw ligt bij grondgebonden corporatiewoningen op uitleglocaties. De corporaties zouden minder last hebben van de specifieke woonwensen van de particuliere kopers. 
 

Het rapport benoemt de beperkingen van industrieel bouwen, maar dat is wel gebaseerd op een standaardbeeld van het industriële bouwproduct en de absolute vergelijking tussen traditioneel en industrieel. Inmiddels zijn veelsoortige concepten in ontwikkeling tussen traditioneel bouwen en industrieel bouwen. Vanuit het oogpunt van circulair bouwen en milieuprestatie bieden prefabricering en industrialisering vele voordelen. Voor de conceptuele bouwers is dan ook een taak weggelegd om de gedachte te weerleggen dat industrieel bouwen vooral geschikt is voor woningcorporaties om op uitleglocaties grondgebonden woningen te bouwen.

Download

EIB: industrieel bouwen vooral geschikt voor uitleglocaties
Industrieel bouwen en de bouwarbeidsmarkt -