Blog #18
Eén miljoen woningen met een MPG van maximaal 0,5?
Demissionair Minister de Jonge wil de MPG-norm voor woningen aanscherpen naar 0,5 en voor kantoren naar 0,85. Daarnaast wil de Minister een eis introduceren voor gebouwen met andere gebruiksfuncties. Op 4 oktober 2023 heeft hij de Tweede Kamer over dit plan geïnformeerd. Als alles goed gaat, is hij voornemens om de scherpere norm vanaf 1 januari 2025 te introduceren. Dit is een versnelling t.o.v. het eerdere plan om pas in 2030 de eis aan te scherpen.
Hoewel insiders alle lange tijd op deze aanscherping zitten te wachten, is het heugelijk en bemoedigend dat deze stap op dit moment wordt gezet. Wie de debatten van de Tweede Kamer over de begroting Volkshuisvesting heeft gevolgd, weet ook waarom. In de politiek zijn alle ogen gericht op het verminderen van het tekort aan woningen. Er moeten 100.000 woningen per jaar worden gerealiseerd. En alle belemmeringen hiervoor moeten uit de weg worden geruimd. Anders gezegd: het lijkt erop dat bouwkwantiteit in de politieke arena zwaarder weegt dan milieukwaliteit.
Het realiseren van bouwvolumes is momenteel niet eenvoudig. Stijgende rentes, oplopende bouwkosten en een tekort aan geschikte locaties gooien roet in het eten. De woningbouw hapert en alom wordt gevreesd dat het doel van 1 miljoen woningen niet tijdig wordt gerealiseerd. Het vergt dus enige moed om de MPG in dit klimaat aan te scherpen. Toch heeft de Minister besloten dat het tijd is voor een volgende stap. Na een zorgvuldige analyse is het inzicht gegroeid dat de aanscherping haalbaar is. Het EIB heeft geconcludeerd dat de aanscherping naar 0,5 geen significante effecten op de woningbouwproductie heeft. En eerder toonde een studie van W/E Adviseurs al aan dat het prima mogelijk is om woningen met een MPG-score lager dan 0,5 te bouwen. Dat is ook wat we om ons heen zien gebeuren. In het land worden diverse woningbouwprojecten met een (zeer) lage MPG-score gerealiseerd. Wie die voorbeelden goed bekijkt, ziet dat er scherp is nagedacht over het ontwerp, de materialisatie en de gehanteerde bouwtechniek. Je zou kunnen zeggen dat het MPG-stelsel een stille revolutie heeft ontketend. Door te innoveren en slimme keuzes te maken, wordt het steeds beter mogelijk om tot een duurzame gebouwen te komen.
Bouwkwantiteit en milieukwaliteit kunnen dus wel degelijk hand in hand gaan, mits er goed wordt nagedacht in het ontwerpproces. In sommige situaties kan dit overigens knap ingewikkeld zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor kleine grondgebonden woningen, kleine appartementen in woongebouwen met meer dan 300 woningen en gebouwen met meer dan vijf woonlagen. In deze situaties leidt de vereiste hoeveelheid materiaal ten opzichte van het aantal vierkante meters woonoppervlak tot een ongunstige MPG-score. Een stevige uitdaging dus. En die uitdaging krijgt nog een extra dimensie als wordt bedacht dat dit type woningen vooral door corporaties wordt gerealiseerd en dat is zo’n beetje de enige groep opdrachtgevers die op dit moment nog kan en wil investeren in woningbouw.
Toch hoop ik dat de Minister niet terug deinst en zijn voornemen handhaaft om de MPG voor alle gebouwen te verlagen. Eerder zagen we al dat de bouwsector goed in staat is om door innovatie een betere milieuprestatie te realiseren. Voor de genoemde gebouwen moet er dus een schepje bovenop. Ons land beschikt over de beste architecten en ingenieurs ter wereld. En het proces van duurzaam ontwerpen staat nog maar in de kinderschoenen. De normstelling via het MPG-stelsel fungeert hierbij als katalysator en is vooral bedoeld om innovatie aan te wakkeren en duurzaam ontwerpen te stimuleren. Het is dus belangrijk om het systeem ook zo te laten werken! Dus wat mij betreft zoveel mogelijk vasthouden aan aanscherping van de norm voor alle gebouwen. Dat is de route om innovatie te versnellen en tot een betere milieuperformance te komen. Ik hoop op 1 miljoen woningen met een MPG van maximaal 0,5!