dinsdag 28 mei 2019

Wat is de milieuprestatie van een bouwwerk? In welk opzicht en in welke mate is het ene gebouw duurzamer dan een ander gebouw? Om dat te weten te komen is het nodig een milieuprestatieberekening te maken. Het opstellen van een milieuprestatieberekening is al niet eenvoudig en een eerlijke vergelijking tussen meerdere bouwwerken is nog lastiger. Het is eigenlijk appels met peren vergelijken. Bovendien is het de vraag of de appelliefhebbers de onderzoekmethode van de perenfans accepteren. Andersom zullen de perenfans de methodiek van de appelliefhebbers bestrijden. 


De rijksoverheid wil graag dat de milieubelasting van bouwwerken wordt verminderd door het gebruik van duurzame materialen. Dan helpt het als alle partijen in de bouw op eenzelfde manier de milieuprestatie van een bouwwerk berekenen. Met dat doel voor ogen heeft de rijksoverheid aan Stichting Bouwkwaliteit gevraagd een stelsel op te zetten dat eenduidig, onafhankelijk, volledig en betrouwbaar is. 

Het stelsel van Stichting Bouwkwaliteit bevat:

  • een bepalingsmethode om de milieuprestatie van gebouwen en andere bouwwerken vast te stellen;
  • een database, onder de naam ‘Nationale Milieudatabase’, waarin de milieudata van bouwproducten worden verzameld en die dient als gegevensbron voor de rekeninstrumenten waarmee de milieuprestatie van bouwwerken wordt berekend;
  • een validatierichtlijn en een set rekenregels voor het ontwikkelen van rekeninstrumenten van de milieuprestatie;
  • een erkenningsregeling voor LCA deskundigen met betrekking tot het toetsen van bouwproducten aan de bepalingsmethode;
  • een protocol waarmee de erkende LCA-deskundige kan toetsen of de milieudata van een bouwproduct in de Nationale Milieudatabase mag worden opgenomen.

De SBK-bepalingsmethode is gebaseerd op de levenscyclusanalyse van een bouwproduct. De LCA kijkt naar de milieubelasting in de verschillende levensfasen van het product. Dat is in de

  • de productiefase;
  • de bouwfase;
  • de gebruiksfase;
  • de sloop- en verwerkingsfase.

Aanvullend op de LCA kijkt de SBK-bepalingsmethode ook naar de mogelijkheden en effecten van hergebruik van een bouwproduct. 

Wanneer een leverancier of producent zijn bouwproduct in de Nationale Milieudatabase wil laten opnemen, schakelt hij een LCA-deskundige in om de milieudata van het product te verzamelen en te beschrijven. De LCA-deskundige volgt daarbij het SBK-Toetsingsprotocol voor opname in de Nationale Milieudatabase. Als de LCA-deskundige door SBK is als zodanig is erkend, mag hij de milieudata zelf toevoegen aan de Nationale Milieudatabase.

Voor elke levensfase onderzoekt de LCA-deskundige welk milieueffect het bouwproduct heeft op de uitputting van grondstoffen en welke toxische emissies vrijkomen. Het gaat om de effecten op onder andere de klimaatsverandering, de vermesting, de verzuring, de aantasting van de ozonlaag en om het vrijkomen van schadelijke stoffen in het ecosysteem op het land en in het water. De uitkomst van de LCA-studie is een scorelijst met milieueffecten. Dit wordt een ‘milieuprofiel’ genoemd. Het milieuprofiel is de kern van een milieuproductverklaring, ook wel aangeduid als ‘Environmental Product Declaration’ en kortweg als ‘EPD’. 

Naast het milieuprofiel leveren de producenten en branches productkaarten of itemkaarten aan, waarin specifieke gegevens van het product of de activiteit worden vermeld. Het gaat om gegevens met betrekking tot de samenstelling, de toepassing, de functionele eenheid en de levensduur van een product. Voor de burger- en utiliteitsbouw spreken we over ‘productkaarten’. De productinformatie voor de grond-, weg- en waterbouw worden ‘itemkaarten’ genoemd. In de product- en itemkaarten zijn verwijzingen naar de relevante milieuprofielen opgenomen.


De Nationale Milieudatabase kent drie categorieën met productinformatie. 

Categorie 1 bevat getoetste ‘merk gebonden’ data van specifieke producenten en toeleveranciers.

Categorie 2 bevat getoetste ‘merk ongebonden’ data van een branche of groep van producenten en leveranciers.

Categorie 3 bevat ongetoetste ‘merk ongebonden’ data in eigendom en onder beheer van Stichting Bouwkwaliteit.

Categorie 3 bevat alle bouwproducten die nodig zijn om een bouwwerk te maken. De data van categorie 3 vormen min of meer een vangnet voor het geval dat categorie 1 en 2 geen product- of itemkaart bieden. Het is dus te allen tijde mogelijk de milieuprestatie van een bouwwerk te berekenen met categorie 3 kaarten of met categorie 3 kaarten in aanvulling op kaarten uit categorie 1 en 2. Categorie 3 kaarten kunnen ook worden gebruikt als alternatief op categorie 1 en 2 kaarten. De categorie 3 kaarten leveren in de regel een hogere milieubelasting op dan categorie 1 en 2 kaarten. De kaarten uit categorie 3 zijn niet getoetst aan het SBK-toetsingsprotocol. Op de producten van deze categorie wordt sowieso een toeslagfactor toegepast. 

Uiteindelijk wordt de milieuprestatie van een bouwwerk met speciale rekensoftwarepakketten berekend. De software wordt door private organisaties uitgegeven. Alleen wanneer de rekeninstrumenten door Stichting Bouwkwaliteit zijn gevalideerd, mogen de instrumenten gebruik maken van de milieudata uit de Nationale Milieudatabase. Het rekenhart van de software moet dan functioneren in overeenstemming met de rekenregels van de SBK-bepalingsmethode. De berekening zelf is eenvoudig. De hoeveelheden bouwproduct worden vermenigvuldigd met de milieubelasting van het bouwproduct. Het verzamelen van de juiste milieudata van een product is echter niet eenvoudig. 

De rekeninstrumenten kunnen worden gebruikt om al op de tekentafel  de milieubelasting van een bouwwerk te verminderen. De instrumenten maken gebruik van de milieudata uit de Nationale Milieudatabase. Daardoor is het mogelijk de milieubelasting van geschikte bouwproducten te vergelijken en te kiezen voor een bouwproduct met de minste milieubelasting. Dit noemen we het optimaliseren van een bouwwerk.

De SBK-bepalingsmethode is gebaseerd op internationale normen en onderzoek. De NEN-EN 15804 en de NEN-EN 15798 vormen de belangrijkste bronnen voor de SBK-methode, terwijl de basisprofielen en basisprocessen die in de Nationale Milieudatabase zijn opgenomen, aan de internationale database ‘Ecoinvent’ zijn ontleend. Zowel de methode als de database zijn aangepast aan de Nederlandse situatie.

In het antwoord op vragen als ‘Wat is de milieuprestatie van een bouwwerk? In welk opzicht en in welke mate is het ene gebouw duurzamer dan een ander gebouw?’ speelt de Nationale Milieudatabase een belangrijke rol.

 

Samenvattend kunnen we zeggen dat de Nationale Milieudatabase:

  • deel uit maakt van een geharmoniseerde bepalingsmethode voor het berekenen van de milieuprestatie van bouwwerken;
  • zorgt voor opslag van betrouwbare LCA-milieudata in een centrale database, die beheert wordt door een neutrale organisatie;
  • een gereguleerde toepassing in private rekeninstrumenten mogelijk maakt;
  • en zorgt voor een gelijkspeelveld voor alle betrokkenen.