Richting, invulling en een gelijk speelveld

Om de reductie van primaire grondstoffen te stimuleren, biedt de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken een gedragen kader om zowel de milieu-impact van recycling en hergebruik te bepalen als ook de impact op het grondstofgebruik. Het geeft houvast bij de drie vragen die volgens ‘Nederland circulair in 2050 – Rijksbreed programma Circulaire Economie’bij elk bouwwerk moeten worden gesteld:

  1. Hoe kan ik het gebruik van bouwmaterialen zoveel mogelijk reduceren? Daarbij moet niet alleen worden gekeken naar de behoefte aan grondstoffen, maar ook naar de mogelijkheden voor hergebruik en transformatie van het bouwwerk zelf
  2. Hoe kan ik het gebruik van de resterende materiaalbehoefte zo duurzaam mogelijk invullen? Hierbij spelen de inzet van duurzame bouwmaterialen maar ook hergebruik een rol
  3. Hoe kan ik het gebruik van de dan nog resterende materiaalbehoefte zo efficiënt mogelijk invullen?

De Minister van BZK schrijft voorts in haar kamerbrief van 29 september 2020 dat de Stichting NMD een handreiking voor het werken met indicatoren voor circulariteit zal publiceren. Vanuit de EN15804/A2 en de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken heeft dit in de volgende circulaire indicatoren geresulteerd. In de bijlage 1 is de bepaling van die indicatoren op basis van een LCA-rapport toegelicht

  1. Milieu-impact secundair materiaal (hergebruik en recycling) in inputstromen
  2. Milieu-impact van hergebruik in outputstromen
  3. Percentage secundair materiaal (hergebruik en recycling) in inputstromen
  4. Circulaire efficiëntie
  5. Hoeveelheden per afvalstroom

Deze indicatoren zijn ondergeschikt aan de milieuprestatie van een gebouw (MPG) en drukken de mate van hergebruik en recycling uit.

Geen nieuwe data nodig, wel meervoudig gebruik van beschikbare data

De gekozen indicatoren kunnen worden berekend met de LCA-dossiers en data die na 1 januari 2021 zijn aangeleverd voor opname in de NMD. De manier waarop LCA’s zijn opgebouwd laat het toe om de milieukosten of -baten per levensfase (module) te herleiden, of om separaat de afvalstromen te documenteren. De verwerking van de indicatoren is dus vooral een administratieve wijziging. Toch bieden de indicatoren wel een breder inzicht in de circulariteit van producten.

Waarom deze indicatoren?

Deze circulariteitsindicatoren zijn met zorg uit een LCA-rapportage gekozen om producten op een eerlijke manier te kunnen vergelijken op de mate van circulariteit. Ook sluiten de indicatoren goed aan bij bestaande circulariteitsmodellen, zoals de ‘Value Hill’ die het waardebehoud van circulaire strategieën laat zien.

Voorts geven deze indicatoren een verdere invulling van de kernindicatoren ‘bescherming van het milieu’ en bescherming van voorraden’ uit de Leidraad ‘’ Meten van circulariteit – werkafspraken voor een circulaire bouw’ [CB’23, juli 2020].

Leidraad Meten van circulariteit (CB’23). -

Werkafspraken voor een circulaire bouw

Extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst via de Regeling MIA/Vamil

In de voorwaarden voor extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst via de Regeling MIA/Vamil is vermeld dat voor ten minste 5 bouwmaterialen inzicht moet worden gegeven in de reductie in de milieudruk door het gebruik van secundaire (hergebruik en recycling in inputstromen) grondstoffen of materialen (indicator 1). Dit kan aan de hand van categorie 1 productkaarten, c.q. merkgebonden producten, in de NMD. De reductie wordt berekend met de formule: 

De daarbij gehanteerde formule is gelijk als die in het rapport ‘Handreiking berekening milieu gerelateerde indicatoren circulariteit bouwwerken – voor gebruik bij Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken (Gebouwen en GWW-werken) van Stichting NMD’

Handreiking berekening milieu gerelateerde indicatoren circulariteit -

Voor gebruik bij Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken (Gebouwen en GWW-werken) van St. NMD’

Nu kan het zijn dat van een beoogd bouwproduct of bouwwerkinstallatie geen of niet per 1 januari 2021 categorie1 productkaart voor opname in de NMD is aangeleverd. De mogelijkheid bestaat om zo’n kaart alsnog te laten opnemen. Een bekend argument is dat de kosten van het laten maken van een LCA-rapport kunnen oplopen. Dit kan voor sommige producenten een belemmering zijn om een LCA-rapport te laten opstellen en te laten opnemen in de NMD. Om deze drempel te verlagen, bestaat de mogelijkheid om de onderzoekskosten voor het opnemen van in het gebouw toegepaste materialen in de NMD als categorie 1 mee te nemen in de kosten die voor MIA/Vamil worden opgevoerd. Alleen gebouweigenaren die de MIA/Vamil willen claimen, kunnen deze kosten opvoeren. Producenten van bouwmaterialen kunnen uiteraard wel deze LCA-kosten doorbelasten aan de gebouweigenaren die van hun materialen gebruik maken om MIA te kunnen claimen.
Dit levert een duidelijke win-win situatie op. Gebouweigenaren hebben zo meer keuzevrijheid in de toe te passen circulaire materialen in hun bouwproject (met een milieuprestatie van het gebouw tot gevolg) en producenten van deze materialen krijgen een grotere exposure door opgenomen te zijn in de NMD en hoeven hiervoor niet alle kosten zelf te dragen.
U kunt de verwijzing naar de kosten voor LCA’s ook terugvinden in de bedrijfsmiddel omschrijvingen voor circulaire gebouwen in hoofdstuk 6 van de Milieulijst 2021.

Inzage in de circulariteitsindicatoren van producten met data in de NMD

De data in de NMD zijn vertrouwelijke gegevens van de producent en niet publiekelijk in te zien. De 1-puntscore van de milieuprestatie en de circulariteitsindicatoren van een product kunnen evenwel met een viewer op de website van de Stichting NMD worden getoond indien die data op basis van aangeleverde data voor opname in de NMD beschikbaar zijn.

Voor producenten is het interessant om te communiceren dat hun product met relevante gegevens in de NMD is opgenomen en dus kan worden gebruikt in de berekening van de milieuprestatie van een gebouw. Het logo van de NMD kan hiervoor gebruikt worden. Vanuit de NMD besteden wij regelmatig aandacht aan producten in onze database op onze LinkedInpagina en in onze nieuwsbrief.

CB’23 start met een nieuw Actieteam voor het opstellen van een Leidraad ‘Toekomstig hergebruik – prestatie-eisen voor volgende cycli’

Medio 2021 start CB’23 met een nieuw Actieteam voor het opstellen van een Leidraad ‘Toekomstig hergebruik – prestatie-eisen voor volgende cycli’. Binnen deze leidraad zullen kaders worden ontwikkeld voor prestatie-eisen aan bouwproducten en installaties zodat ze later optimaal herbruikbaar of hoogwaardig recyclebaar zijn. Men kan zich nog inschrijven voor deelname aan het Actieteam dat deze Leidraad gaat ontwikkelen.  Met bovengenoemde circulaire indicatoren kan een vliegende start worden gemaakt.

Inschrijven Nieuwsbrief

Meld u nu aan en ontvang 10  keer per jaar onze nieuwsbrief!

Aanmelden